Alles over kunst

Expo  HART Nr. 220

Toi et moi, on ne vit pas sur la même planète

Barbara  De Coninck

Praktische info

Toi et moi, on ne vit pas sur la même planète, tot 4 april in Centre Pompidou-Metz. www.centrepompidou-metz.fr
Tentoonstelling geconcipieerd en geproduceerd door het Taipei Fine Arts Museum voor de Biënnale van Taipei 2020 en in een aangepaste versie gepresenteerd door Centre Pompidou-Metz. Met de uitzonderlijke steun van het Ministerie van Cultuur van Taiwan en in partenariaat met het Centre Culturel de Taiwan in Parijs.

Toi et moi, on ne vit pas sur la même planète, een tentoonstelling door Bruno Latour en Martin Guinard in Centre Pompidou Metz

The ecological crisis obliges all peoples to reassess what is dividing them to the core, but also what they have in common nonetheless. So it seems that one way to search for a 'weak' and 'wicked' form of universality is to devise diplomatic exercices1.

Méfie-toi de toi-même

Territoriaal ingebed in een gebied dat van 1870 tot 1918 nog in Duitse handen was, afficheert Centre Pompidou-Metz uitdrukkelijk zijn Frans DNA. Voor wie goed kijkt, bezit het museum een hexagonaal plan: de matrix van het gebouw is de landkaart van Frankrijk. 77 meter hoog prijkt vrolijk een piek. Het is een hint naar het jaar 1977, de datum van oplevering van het moederhuis, Centre Pompidou Paris.
Het atypische Centre Pompidou-Metz is wat men noemt 'een gebouw met een snuit'. Het met de trein ideaal te bereiken volume uit 2010 van de architecten Shigeru Ban, Jean de Gastines en Philip Gumuchdjian is een intrigerend, ondulerend object, dat op de een of andere manier aan een tent herinnert, of aan een karavanserai – een overnachtingsplek voor langskomende karavanen met handelaars, dieren, koopwaar. Alsof Metz thans aan de zijderoute ligt.
Als een periscoop zorgen drie buitenproportionele vensterramen voor de aansluiting met de stad. De relatie van het museum met de buitenwereld is vandaag nochtans niet onproblematisch: de griezelig onbekende omikron-variant van het coronavirus waart rond. Van de Taiwanees Cemelesai Takivalet (°1969) hangt in het aquariumachtige vensterraam boven de ingang het werk Virus Series (2020), een monumentaal muurschilderij van vier op negen meter met zwart-witbeelden van virussen en bacteriën, na menselijke intrusie ontsnapt uit de Zuid-Taiwanese wildernis. Virus Series is een weinig aan de verbeelding overlatende 'mise en bouche' van de tentoonstelling Toi et moi, on ne vit pas sur la même planète die hier tot begin april 2022 op het programma staat en die een donker beeld schetst van onze keuzemogelijkheden en perspectieven binnen het nieuwe klimaatregime.
Aan de muurtekst met de uitspraak van Maurizio Cattelan 'Méfie-toi de toi-même' komt onvermijdelijk elke bezoeker aan Pompidou-Metz voorbij. Het citaat past wonderwel bij het project Toi et moi, on ne vit pas sur la même planète. Deze (uitzonderlijke) herneming in afgeslankte vorm van de Biënnale van Taipei 2020, die vanwege de planetaire gezondheidscrisis niet zijn gebruikelijke internationale weerklank vond, vaart onder de vlag van het Taipei Fine Arts Museum. Voor de opstelling in Metz zijn socioloog en wetenschapsfilosoof Bruno Latour en de Franse curator (bij LUMA, Arles) Martin Guinard de tentoonstellingsmakers van dienst.

Een fictief planetarium

Femke Herregraven, Corrupted Air –Act VI, 2019 (detail)

In Toi et moi, on ne vit pas sur la même planète bevragen Latour en Guinard problematieken en conflicten gelieerd aan de ecologische crisis. Hun tentoonstelling is een onderzoek naar onze plaats in de ruimte en vertrekt van de hypothese dat planeet Aarde, afhankelijk van onze ingesteldheid en overtuigingen, ons gedrag en onze toekomstverwachtingen, verschillende definities en kenmerken bezit. Deze laatste zijn zo uiteenlopend en conflictueus dat men zou kunnen stellen dat er niet één maar meerdere planeten Aarde zijn, afhankelijk van onze al dan niet geuite (of bewuste) referentiekaders. Het heeft er met andere woorden alle schijn van dat we weliswaar allen aardbewoners zijn, maar het tegelijk totaal oneens zijn over wat Aarde nu eigenlijk inhoudt, opwerpt en betekent. In de afgelopen decennia is in ieder geval duidelijk geworden dat Aarde kwetsbaar en gelimiteerd is, terwijl wij, dansend op de rand van de vulkaan, ver boven onze stand blijven leven en rijkdommen verbruiken die zes Aardes vooronderstellen. De toestand van planeet Aarde is urgent en tragisch. Bruno Latour en Martin Guinard voeren het klimaatdebat via de vector van de tentoonstelling – een par excellence 'ruimtelijk' gegeven. Ze raken de ecologische kwestie aan via de omweg van de geopolitiek. Het nieuwe klimaatregime speelt ons namelijk uit elkaar en beukt, onafwendbaar en onbarmhartig, op de politieke agenda in. De context is die van aanzwellend populisme; de dreiging die van dictatoriaal (of minstens autoritair) bestuur. (De pandemie is hier een 'levendig' voorbeeld van.) De auteurs van de Biënnale van hun kant willen 'nieuwe diplomatieke ontmoetingen' naar voren schuiven als alternatieven voor lost identity en lost unity. Ze willen met hun voorstel agency creëren specifiek binnen een artistieke context.
Als narratief ontwierpen Latour en Guinard een fictief planetarium met vier verschillende versies van Aarde. 'Planeet Globalisatie' is de woonst van hen die ten koste van alles de moderniteit (met haar vooruitgangsdenken), het neoliberalisme en het (post)kapitalisme willen bewaren, zonder zich ook maar iets aan te trekken van sociale ongelijkheid, overbevolking of planetaire limieten. 'Planeet Zekerheid' is de habitat van hen die zich bedreigd of bedrogen voelen door het huidige politiek-economische bestel, en zich wensen terug te trekken in de veiliger gewaande natiestaat. 'Planeet Exit' is het afstapje van de groep mensen die gelooft dat zij dankzij technologie en kapitaal zullen kunnen ontsnappen richting Mars – ideaal geëvoceerd door de Nederlandse Femke Herregraven (°1982) in haar installatie Corrupted Air-Act VI (2019) / Hinged Collisions-Awoken Lesion (2019), een panic room en een survival-bunker. 'Planeet Terrestrial' – ofwel Gaia – is de levende Aarde, een ecosysteem en een ruimte die eindig is, sensitief, kwetsbaar, gelimiteerd.
Binnen de steeds wisselende grenzen van dit fictieve planetarium ontwikkelen zich in de tentoonstelling de artistieke vocabularia van de uitgenodigde kunstenaars. De verwachting is dat zij de parallelle realiteiten goed zichtbaar maken.

Van de Dageraad en van Personae

MILLIØNS (Zeina Koreitem & John May), Aube, 2021, aluminium, acryl, fotochromatisch glas, Toi et moi, on ne vit pas sur la même planète, 2021, in opdracht van Musée du Centre Pompidou-Metz. Courtesy de kunstenaar en Taipei Fine Arts Museum, © Centre Pompidou-Metz, foto Marc Domage

In de grote hal op grondniveau van het museum (het zogenaamde Forum), is de installatie Aube (Dageraad) (2021) van het duo Zeina Koreitem & John May opgesteld, een agentschap voor design en architectuur 'als speculatief medium' met een praktijk in Los Angeles. Hun deelname is een fragiel, Dan Graham-achtig paviljoen gemaakt van fotochromisch glas, dat de subtiele veranderingen in het zonlicht registreert: wanneer de zon feller schijnt en de UV-stralen intenser worden, zwakt de transparantie van het glas af en lichten de kleurprisma's in de glaspartijen op. Aube (Dageraad) is een verstild beeld en een 'luid' begin van Toi et moi, on ne vit pas sur la même planète. Het maakt ons duidelijk dat Natuur de uiteindelijke regisseur van Aarde is, met Zon als bron van alle leven.
Als prelude voeren de curatoren verder de Mexicaanse kunstenaar Fernando Palma Rodríguez (°1957) op, meteen een van de absolute hoogtepunten van de tentoonstelling. Ze hebben deze beeldhouwer – of beeldenmaker – uitgenodigd niet als de zoveelste exponent van een multiculturele visie, maar als iemand die eerder une ouverture vers une approche multinaturaliste aanwijst – naar een term van de antropoloog Eduardo Viveiros de Castro. Wat er op theoretisch niveau ook van zij, in hun duizelingwekkende plastiek, hun archetypische kwaliteit en in de krachtdadige verbeelding van hun maker, overstijgen Rodríguez' sculpturen grijnzend elk discours. Zo bestaat de fameuze beeldengroep Los nahuales (2017) uit drie zogenaamd kinetische sculpturen, cyborg-combo's van mechaniek en organisch materiaal. Het stelt drie 'huidloze', opengewerkte, hiëratische figuren voor, verzameld rond een hoop aarde (een graf?). De lichamen bestaan uit prachtig gearrangeerde palmtak-matten en gesegmenteerde houten slangen; de darmen en ingewanden slingeren nonchalant als dunne kabels en adapters over de grond, aangedreven door piepkleine batterijtjes en motoren. Op onregelmatige tijdstippen gaan de armen op en neer. De Mexicaan, die put uit de Nashua-cultuur (de Azteekse cultuur), is ervan overtuigd dat zijn sculpturengroep een eigen leven leidt. In zijn wereld bezit niet slechts de mens een persona, maar ook de (an)organische wereld, ook bijvoorbeeld elektriciteit. Het vermogen tot communicatie, ongeacht of die chemisch of genetisch van aard is, is verbonden door verantwoordelijkheid en schept daarmee de voorwaarde voor mogelijke vriendschap, niet alleen met andere mensen, maar ook met de omgeving als zodanig.

'A Persona is defined as somebody who you can have a conversation with, the opposite of an inert object that would be out of volition. A table, a chair, a car, or even a phenomenon such as the wind or attributes of a landscape, say a mountain or the sky, are all personas.'

Bruno Latour en Martin Guinard herkennen in Palma Rodríguez een filosofische medestander: een vertaler of 'diplomaat' van een alternatieve kosmologie.

Planeet Zekerheid

Weinig animo evenwel voor nieuwe personae op Planeet Zekerheid, waar onder andere de Nederlandse kunstenaar Jonas Staal2 (°1981) optreedt. Staal onderzoekt in zijn oeuvre de relaties tussen kunst, democratie en propaganda. In zijn video-installatie Steve Bannon: A Propaganda Retrospective (2018) deconstrueert hij de mechanismes van culturele oorlog waarmee Steve Bannon, documentairemaker en voormalige chef strategie van Donald Trump, van 2004 tot 2018 televisiekijkend Amerika bestookt. Met maar liefst tien documentaire films met opruiende titels als In the Face of Evil (2004), Generation Zero (2010), Fire from the Heartland (2010), Battle for America (2010), District of Corruption (2012), The Hope & the Change (2012),

Occupy Unmasked (2012), Torchbearer (2016) en Trump\@War (2018), is het Bannon die in Amerika vorm geeft aan het sluimerend populisme en aan de alt-right propaganda van extreemrechts; die gelooft in de imminentie van een grote beschavingsschok, die de heerschappij van liberale elites wereldwijd als de oorzaak van het uiteenvallen van de samenleving aanwijst en die staalhard propaganda voert voor een autoritair regime. Bannon gelooft in sterk leiderschap en in de natiestaat, gestoeld op het christelijke geloof en op familiale waarden, steunend op een sterk ontwikkeld militair apparaat en met een vrije markt binnen nationale grenzen.

Bannon3 heeft een geducht tegenstander aan Staal, wanneer hij de aantrekkelijke (want spectaculaire) dominante visuele metaforen in diens films genadeloos dissecteert: oorlogen, stormen, orkanen, lawines, overstromingen, botsende voertuigen, instortende gebouwen, neerstortende vliegtuigen, bankbiljetten, goktenten, crisisdiagrammen, roofdieren, progressieve bewegingen (hippies, feministes, celebrities, LGBTQ), vijanden (cultureel marxisme, islam-fundamentalisme).

Planeet Globalisatie

Ver weg van Planeet Zekerheid opereren op Planeet Globalisatie Kane4 (°1983, Mauretanië) en Stéphane Verlet-Bottéro (°1987, Frankrijk), de Fransen Franck Leibovici (°1975) en Julien Seroussi (°1977), de voortreffelijke Chinese schilder Jie Cui (°1983) en de Mexicaan Antonio Vega Macotela (°1980). Macotela is aanwezig met een geweldig doek in textiel, een overtuigende hedendaagse Tiepolo in zwart-wit. Het tapijt, dat een brandend landschap of een wolkenhemel voorstelt, leeft nochtans volgens heel andere regels, meer bepaald bij de gratie van een goed bewaard, 21ste-eeuws geheim. In zijn structuur zit namelijk een soort QR-code als kortschrift verborgen. Het is de encryptie van een geheime code, die hackers konden kraken toen ze in het bezit kwamen van een gelekte lijst met namen van belastingontduikers (de Lagarde-lijst). Bijzonder is verder de vanuit Brooklyn opererende Taiwanese kunstenaar Hai-Hsin Huang (°1984). Huang valt ons aan met humor en horror wanneer ze, in een après nous le déluge-achtige sfeer, de chaos in ons dagelijks leven verkent en ons sardonisch een spiegel van onze onverantwoordelijkheid, onze fantasmen en akkefietjes voorhoudt. Haar kleurrijke doek met uitgesproken formaat River of Little Happiness (2015) leest als een 21ste-eeuws historieschilderij. Met grote precisie schildert Huang hier het eindspel van een wereld die letterlijk in brand vliegt – de rokende kerncentrales nog aan de horizon en met talrijke personages geasfyxieerd of minstens verblind door de zon. Tegelijk draait de 'kermis' nog op volle toeren met picknickende, musicerende, fotograferende, trouwende, lintjes doorknippende, zonnebadende, selfies nemende aardbewoners. Extreem verhalend en met kwistig rondgestrooide modisch-tendentieuze motieven zoals de palmboom, de (ijs)berg en de mensenmassa, treft River of Little Happiness vooral door zijn expliciet historiciserende opzet en zijn schaamteloze brutaliteit. Het werk is onmiddellijk dwingend, net zoals het even luid van een plek (de Côte d'Azur) en een tijdperk sprekende fries Ici Plage, comme ici (2012) van Martial Raysse, nu te zien in de Bourse de Commerce/Pinault Foundation in Parijs.

Haar even omvangrijke potloodtekening After Art Basel (2020) is de dissectie van een kunstbeurs in afbraak met centraal, als Bruegels gelijkvormige Toren van Babel (ca. 1563), een smeltende iceberg. Het is de landkaart van een kapitaalsverschuiving en de absurd aandoende backstage van een big business evenement dat wegens corona nooit plaatsvond. Het is vooral een (heerlijk) sarcastisch werk, dankzij de directe herkenbaarheid van alle gebruikelijke beursparafernalia: indoorhijskranen en karretjes, trapladders en flightcases, kisten, wanden van spaanplaat, dranghekken, zitmeubilair, champagnebars... maar ook security agents en servicepersoneel, tape, white spirit, mondkapjes, gsm's, computers, catalogi, handtassen, water in plastic flesjes...

Bij Pompidou-Metz wordt Hai-Hsin Huang geflankeerd door de Congolees Jean Katambayi Mukendi (°1974, Lubumbashi), bekend vanwege zijn fragiele en complexe installaties aangedreven door elektrische mechanismen. Het betreft onder andere de sculpturen Yllux (2012) en Simultium (2009), een onwaarschijnlijk kartonnen bouwsel volgepropt met lampjes, batterijen, elektrische kabeltjes en koord, bijeengeknutseld met allerlei cardboard- en verpakkingsmateriaal. Katambayi maakt er een onafgewerkte maar hypergeconnecteerde woontoren van, waarin op de top floor een mannetje (van karton) op zijn rug de veelbetekenende tekst Quelle vie! etaleert. De kunstenaar, wiens technologische uitvindingen een zoektocht zijn naar oplossingen voor sociale problemen in de Congolese maatschappij, steekt de draak met het feit dat in Lubumbashi weliswaar de hele wereld langskomt om koper te steken, un élément indispensable au fonctionnement des circuits électriques et des écrans digitaux, terwijl hij zelf thuis aldoor met stroomuitval wordt geconfronteerd. Zijn kunstenaarschap is een delirium over connectiviteit; zijn temperament is dat van een onvervalste, uiterst fantasievolle uitvinder. M HKA heeft werk van hem in de collectie: Trotation (2011).

Planeet Terrestrial (Gaia)

Aluaiy Kaumakan, Vines in the Mountains (detail), 2020

Op Planeet Terrestrial (Gaia) lopen bij de heruitgave van de Biënnale van Taipei 2020 zeven kunstenaars rond. Het zijn Cemelesai Takivalet (cf. supra), de Noorse schilder Marianne Morild (°1979), het artiestenduo Nomeda (°1966) en Gediminas Urbonas (°1968) uit Litouwen met de installatie Swamp Intelligence (2018-2020), de Chinees Chuang Liu (°1978) met de film Lithium Lake and the Lonely Island of Polyphony (2020), en verder de Taiwanezen Yu Hsin Su (°1989) en Yung-Ta Chang (°1981). Deze laatste twee werden uitgenodigd voor residenties gaande van de Taroko Gorge in Taiwan tot een research lab in Berlijn, wat resulteerde in twee digitale landart-projecten die de materialiteit van Aarde in nieuwe vormen verbeelden. De werken scape.unseen_meta-T (2020), scape.unseen_model-T (2020) en scape.unseen_sample-T (2020) van Yung-Ta Chang bestaan uit hoge transparante kolommen waarin insijpelend water langzaam bodem en steen erodeert en zo 'in vitro' het geologische proces in de Taroko Gorge reproduceert. Yu-Hsin Su brengt het eiland Taiwan in kaart via beelden verkregen door wetenschappelijke mapping. In de films Frame of Reference I/II (2020) creëert ze zo 'een immersief environment waarbij de kijker overweldigd wordt door de presentatie van wetenschappelijke data als cable news'5.
Het is uiteindelijk Aluaiy Kaumakan (°1971) die op Planeet Gaia met ons hart is gaan lopen met haar formidabele textielsculpturen The Axis of Life (2018), Myself (2018) en vooral Vines in the Mountains (2020). De beeldhouwer en installatiekunstenaar, lid van een nobel Paiwan-geslacht uit de Paridrayan-gemeenschap van Pingtung County in zuidelijk Taiwan, gebruikt in haar praktijk wol, katoen, zijde, koper(draad) en glasparels waarmee ze buitengewoon kleurrijke organische of vegetale vormen creëert. Kaumakan maakt hierbij gebruik van de traditionele lemikalik-techniek van de Paiwan, wevend in concentrische cirkels. Vines in the Mountains, een duizelingwekkend muurwerk gemaakt in opdracht van de Biënnale van Taipei 2020, is doordrenkt van tribale culturele herinneringen. Het is een 'conversation piece' dat van een diep verlangen naar verbinding spreekt. In 2009 werd Kaumakans geboorteplek getroffen door de bijzonder onbarmhartige tyfoon Morakot die de inwoners tot relocatie noopte. Voor de realisatie van haar werk verzamelt Kaumakan leden uit haar oorspronkelijke gemeenschap rond zich. Samen met hen geeft ze in haar weefsels culturele tradities en milieu-gerelateerde herinneringen vorm. Latour en Guinard zien Kaumakan als een kunstenaar die met een persoonlijke visuele grammatica een levensbeschermend standpunt op Planeet Gaia inneemt en op een realistische manier – en in een verstoorde omgeving – de mogelijkheden van Gaia exploreert. Het werk is met een voelbare maar onuitsprekelijke energie opgeladen. Het is met andere woorden ontroerend humaan.

La Nature a cessé d'être vue comme un simple objet

June Balthazard en Pierre Pauze, Mass, 2020

Ingewikkelder wordt het in de semidocumentaire film Mass (2020) van de Franse kunstenaars June Balthazard (°1991) en Pierre Pauze (°1990), opnieuw een hoogtepunt. Hier filosoferen de astrofysicus Michel Mayor (Nobelprijs Fysica 2019) en de deeltjesfysica Chiara Mariotti (onderzoeksdirecteur bij CERN, Bazel, Zwitserland, het grootste onderzoekslaboratorium ter wereld) over de oorsprong van het heelal en over kwesties als leegte en ontstaan van materie. Voor Mayor is de ruimte leeg (relativiteitstheorie, Einstein); voor Mariotti is ze gevuld met een trillend veld: het Higgsveld, dat in het hele universum aanwezig is. Door de higgsbosonen krijgen alle andere deeltjes (en alle materie) massa (kwantumfysica). Het zijn twee, vandaag onverenigbare, theoretische modellen. Met de evocatie van een wereld waar de zon nog nauwelijks opkomt, injecteren June Balthazard en Pierre Pauze in de film een SF-narratief. In hun bevraging van de relatie tussen mens en natuur balanceert de film op de uiterste grens van wetenschap en mystiek. Daarvan getuigt ook de finale repliek:

Depuis quelques mois, le soleil ne se lève presque plus.
Nous attendons sa lumière, toujours plus rare. Plongés dans de longues nuits,
Nous commençons à voir dans la Nature L'expression de forces insondables.
La Nature a cessé d'être vue comme un simple objet.
Comme dans les temps plus anciens, Beaucoup la célèbrent à nouveau dans leurs cultes,
Dans les ténèbres, nous redécouvrons aussi le besoin essentiel de savoir
Et faisant face à des problèmes plus vastes, plus urgents,
Il nous incombe à tous de chercher.
La recherche cesse d'être une distraction.
Elle prend aujourd'hui une valeur primordiale.

Het ziet ernaar uit dat we het begrip 'wetenschap' zullen moeten herdefiniëren of minstens verruimen. Een nieuwe diplomatie is op zijn plaats. Dat maakt deze uitdagende tentoonstelling meer dan duidelijk.


1 Zie: Taipei Biennial 2020: Curatorial Statement (Bruno Latour & Martin Guinard)
2 Bij ons is hij vooral bekend als de man die Nederland op stelten zette en voor de rechtbank moest verschijnen n.a.v. zijn serie The Geert Wilders Works (2005-2008).
3 Steve Bannon was nota bene algemeen directeur van het project Biosphere 2 voor de Earth Systems Science Research Facility in Oracle, Arizona, tussen 1993/5.
4 The School of Mutants (2020): zie HART Nr. 219, pp. 64-71
5 Zie MOUSSE 74, Robin Peckham, This Piece of Land, These Bits of Sea (digitaal per 25.01.2021)