Alles over kunst

Expo  HART Nr. 208

Bericht van een ontheemde

Assaf Shoshan in het Joods Museum van België
Sam  Steverlynck

Praktische info

Assaf Shoshan, Home tot 21 februari in het Joods Museum van België, Miniemenstraat 21, Brussel. Open di-vr van 10-17 u., za-zo van 10-18 u. www.mjb-jmb.org

Het Joods Museum van België zette zonet niet alleen het nieuwe seizoen in met een solotentoonstelling van de fotograaf/videokunstenaar Assaf Shoshan, het heeft sinds kort ook een nieuwe directeur, Barbara Cuglietta. Die benoeming is tekenend voor de nieuwe wind die door het museum waait – het Joods Museum wil een breder publiek bereiken.

Moti, 2018 © Assaf Shoshan

Het Joods Museum van België was lange tijd een stoffig museum, zoals er wel meer zijn in onze hoofdstad. Totdat het in 2014 werd opgeschrikt door een terroristische aanslag. Na die traumatische ervaring kwamen er extra veiligheidsmaatregelen zoals een sas, waardoor de drempel om het museum te bezoeken hoger werd. Tegelijk koos men ervoor om de programmatie te verfrissen en zo alsnog een nieuw publiek aan te trekken. Expo’s zoals die van de Brusselse kunstenaar/bandiet Stéphane Mandelbaum, de joodse roots van Amy Winehouse of bekende Amerikaanse stripauteurs wisten een groot publiek te bekoren.

Als seizoenopener heeft men nu gekozen voor een overzichtstentoonstelling van de fotograaf/videokunstenaar Assaf Shoshan, die als derde generatie van een geslacht dat naar het Beloofde Land trok, zijn heimat weer omruilde voor Parijs. Die blik van ontworteling en ontheemding loopt als een rode draad door zijn werk, waarbij de talrijke reizen naar zijn geboorteland de afstand alleen maar lijken te vergroten. En laat afstand nu juist een goede eigenschap zijn voor een fotograaf. Shoshans werk bevindt zich op het spanningsveld tussen realiteit en fictie, tussen het documentaire en het autobiografische, waarin de micro- en macrogeschiedenis nauw met elkaar zijn verbonden. Hij tackelt zijn onderwerpen in diverse, verwante series die in deze expo – toepasselijk – door elkaar zijn opgehangen. Afstandelijke documentairefotografie van haarscherp in beeld gebrachte landschappen wisselt hij af met een meer persoonlijke benadering, waarbij hij vaak speelt met clair-obscureffecten en composities die meer geënsceneerd lijken.

Dat was al het geval met zijn eerste reeks Home – waarnaar deze expo ook is vernoemd – en waarvoor hij voor het eerst terugreisde naar zijn geboortedorp Motsa. Daar legde hij familieleden, vrienden en kennissen – maar ook landschappen – vast bij nacht. Hoe neutraal is een landschap? Het is een vraag die vaker lijkt terug te keren in zijn werk en die in een land als Israël behoorlijk problematisch is. Een verlaten gebied uit de reeks Playground blijkt een oefenterrein te zijn voor het Israëlisch leger, niet toegankelijk voor onbevoegden. Een oud fort is een restant waar het Britse leger zich verschanste tegen mogelijke Palestijnse aanvallen. De triptiek Umm Esh-Shaqaf geeft een verlaten Palestijns dorp weer vanuit drie verschillende perspectieven ‘om de relativiteit van de perceptie aan te tonen’, een tot op de draad versleten metafoor zoals Shoshan er jammer genoeg wel meer hanteert.

Microgeschiedenis

Interessanter is Shoshan wanneer hij focust op de microgeschiedenis: verhalen van de man in de straat en hoe die het bewogen verleden en problematische heden van Israël ervaart. Geënsceneerde portretten larderen het tentoonstellingsparcours en gaan gepaard met een korte beschrijving van het leven van de geportretteerde. Het zijn verhalen van pijn, verdriet en lijden, maar soms ook liefde en een sprankeltje hoop. ‘Een verhaal van liefde en duisternis’, om het meesterwerk van de Israëlische schrijver Amos Oz te citeren. Neem nu Yone, een orthodoxe jood die ’s nachts met vrienden afspreekt in de woestijn om zijn verkrachting door een rabbi te verwerken – een groot taboe binnen de Israëlische maatschappij. Of Moti, een oude man die zijn ongepubliceerde manuscript in de zee gooit wanneer hij verneemt dat hij ernstig ziek is.

In dat soort menselijke minidrama’s is Shoshan op zijn best. Want met zijn reeks Simplon vervalt hij weer in clichés. Voor die serie portretteert hij mensen zonder papieren in Parijs. Hij maakt van elk drie à vier portretten. De foto’s zijn op zich niet interessant, ze verdrinken bovendien in de afgezaagde metafoor van een stem geven aan zij die niet gehoord worden. Ook de drie video’s die hij hier toont – en die de uitzichtloze situatie van migranten in Israël symboliseren – zijn conceptuele lichtgewichten.
Shoshan werkt rond beladen thema’s van een gecontesteerd gebied, onderwerpen waar al heel wat kunstenaars vóór hem rond werkten, maar waar hij – ondanks zijn technische vaardigheden en vertrouwdheid met de materie – wat ons betreft niet veel wezenlijks aan weet toe te voegen. Niet onaardig, maar wel nogal premier degré – letterlijk. Jammer genoeg niet het soort werk dat achteraf door je hoofd blijft spoken of waar je nieuwe betekenissen in kan blijven ontdekken.