Alles over kunst

Artikel  HART Nr. 228

Vooraf

Kathleen  Weyts

Met veel luister en persaandacht opende na elf jaar het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen opnieuw de deuren. En al schrijven we in HART voornamelijk over de kunsten van vandaag, de schone kunsten laten ons verre van onberoerd. Hedendaagse kunstenaars verhouden zich altijd tot de meesters die hen in de kunstgeschiedenis zijn voorgegaan. Zij bij uitstek reageren in hun werk op de geschiedenis. Dat leidt doorgaans tot andere benaderingen en inzichten dan deze die de kunsthistorici en publiekswerkers ons voorschotelen. Kunstenaars onderzoeken de picturale kwaliteit en stellen zich vragen over hoe het werk tot stand kwam, de verhoudingen, het licht en hoe het tot de kijker spreekt. Dat laatste vormde een van de grote uitdagingen voor de ploeg die het KMSKA naar het langverwachte momentum van de heropening leidde. Hoe kan het museum met zijn historische collectie vandaag de bezoeker aanspreken? Dat het museum een grondige opfrisbeurt nodig had stond buiten kijf. Het Gentse Museum voor Schone Kunsten – het oudste museum van België – werd, onder impuls van wijlen Robert Hoozee, eerder al in twee fases (1997 en 2003) respectvol gerenoveerd en daardoor in al zijn schoonheid hersteld. Maar de ambities in Antwerpen waren groter. Naast de hoognodige restauratie van de oude zalen werd er met de toevoeging van een nieuw volume veertig procent extra tentoonstellingsruimte gecreëerd. Dit architecturale huzarenstuk wordt vandaag door de artistieke goegemeente, maar ook door het grote publiek, op zijn merites gewogen. De reacties in het veld zijn in ieder geval niet zo unaniem lovend als de reguliere pers laat uitschijnen. Onder het motto ‘anders kijken en meer zien’ nam de museumstaf een aantal gedurfde beslissingen, zoals een thematische en ruim bemeten opstelling van de collectie, in dialoog met hedendaagse kunstwerken. Het PR-bureau dat de ‘Schoonste’ openingscampagne bedacht, schroefde de verwachtingen extra hoog op. Betrokken politici maken graag de vergelijking met de Tate en het Louvre, hoewel het KMSKA qua omvang en collectie zich toch eerder tot het Prado in Madrid of de National Gallery in Londen en zelfs het Kunsthistorisches Museum van Wenen verhoudt (ook al vindt de burgemeester dat laatste maar een stoffige bedoening). Wat betreft beschikbare middelen zelfs tot geen van voorgenoemde musea.

Toen de nationale pers eindelijk het museum in (bijna) al zijn glorie mocht betreden, draaide de geruchtenmolen over te blinkende vloeren, de aan de horeca opgeofferde auditoriumruimte en het opzichtige kinderparcours van Christophe Coppens al op volle toeren. Bijna in al zijn glorie, want de ingang via de statige trappen bleef dicht. De recent opgefriste bronzen fontein van Cristina Iglesias lag er triestig bij, omgeven door nadarhekken en podiumbouwers die de opdracht hadden om voor de imposante gevel van het museum een podium en concertdome op te trekken voor het grootse openingsfeest van 24 september. Daardoor zag ook niemand van de aanwezige pers het door Marie Zolamian ontworpen mozaïek in het peristilium. Ook niet te zien: het nieuwe werk van Lili Dujourie, dat de kunstenaar pas wil tonen als het openingscircus is opgekraamd. Ik troostte me met de gedachte dat het slechts een tijdelijke situatie is en dat de onthulling van Dujouries werk een goede aanleiding vormt voor een volgend bezoek. Desondanks was het trouwens heerlijk om na al die jaren opnieuw de imposante en schitterend gerestaureerde inkomhal te betreden en langs de trappen naar de oude meesters te lopen.

Op de gastenlijst van de openingsweek prijkten dag na dag vele namen, maar wie pijnlijk ontbraken waren de jonge generaties kunstenaars die nooit eerder de kans kregen om het museum en zijn collectie te leren kennen. Ook van de oudere garde mocht slechts een kleine handvol een uitnodiging ontvangen. Het voelt – zeker nu er plannen voor een fusie met het M HKA op tafel liggen – als een gemiste kans. Tijdens de persconferentie gaf de burgervader een les in Antwerpse geschiedenis en zo leerden de aanwezigen dat veel van de nu in het museum aanwezige topwerken ooit de muren van de Antwerpse academie sierden, het instituut dat mee de grondvesten legde van het KMSKA. Bij gebrek aan een artistiek directeur zaten drie politici en de algemeen directeur de persconferentie voor. Ze hadden het vooral over het schoonste, het grootste, Vlaanderen, de beleving, het instagramfähige, en nauwelijks over de kunst. Dat is jammer, temeer omdat de collectieverantwoordelijke en -medewerkers, die het onderste uit de kan haalden om de collectie in al haar glorie in de opgefriste en vernieuwde zalen op te stellen, stuk voor stuk experten en gepassioneerde vertellers zijn. In zijn toespraak verwees de burgemeester ook naar een minder frisse passage uit de geschiedenis van het KMSKA, dat tijdens de wereldexpo van 1894 een mensenzoo installeerde op het museumplein, waarbij zeven Congolezen het leven lieten. In de aanloop naar de heropening onderzocht het museum trouwens zijn koloniale banden, een historiek die je vandaag kan lezen op de website. Bizar genoeg werd er tijdens de persopening met geen woord gerept over de tentoonstelling Kosmorama van Ives Maes, die met zijn intrigerende foto’s inzoomt op de restanten van de wereldexpo’s wereldwijd, waaronder dus ook het Antwerpse museum.

In de nieuwe architectuur die KAAN architecten optrok, vallen naast de spiegelende witte vloeren en het marmer helaas ook de misplaatste verluchtingsgaten in de muren op. Ondanks deze kritische noten heerst er vandaag vooral veel blijdschap dat het museum opnieuw de deuren opende. Wat een feest is het toch om al die geweldige werken zoals De Madonna van Fouquet, De zeven sacramenten van Rogier Van der Weyden, Clara Peeters’ Stilleven met vis, Jan Massijs’ Judit, Ensors Adam en Eva uit het paradijs verjaagd, en het door collectiebeheerder Siska Beele ronduit prachtig ingerichte 19de-eeuwse salon te kunnen bewonderen. Ook de gebalanceerde ophanging van de gerenommeerde Ensorcollectie door conservator moderne kunst Herwig Todts is uw bezoek meer dan waard. De opstelling in het hele museum laat trouwens veel ruimte aan de werken, waardoor je ze in alle intimiteit kan bekijken. En dat is wat we ons met de HART-redactie in ieder geval hebben voorgenomen: in de komende weken trekken we met plezier de nodige tijd uit om het KMSKA in alle rust te bezoeken en erover van gedachten te wisselen met zowel de museumstaf als de kunstenaars van vandaag. Wordt vervolgd.