Alles over kunst

Interview

Expo

Track & Trace: het eerste fotofestival in Kortrijk

Sofie  Crabbé

Praktische info

Track & Trace, tot 25 april in Kortrijk, www.trackandtracekortrijk.be

Locaties in de publieke ruimte: permanent toegankelijk
Binnenlocaties: Kortrijk 1302, Paardenstallen, Museum Texture en Abdijkaai Openluchtzwembad: open di-zo van 10-17u. Gesloten op maandag

Alle rechten voorbehouden

Het eerste fotofestival van Kortrijk is een feit. Tot 25 april kan je je op verschillende locaties in de binnenstad laten meeslepen door Track & Trace, een bottom-up fotografieparcours waar meer dan honderd fotografen/kunstenaars aan deelnemen. Drie gedreven curatoren Lize Rubens, Dieter Van Caneghem en Lieven Lefere namen onze reporter ter plaatse mee naar de kiem van dit project, om vervolgens samen doorheen het parcours te lopen. “We willen inzetten op dialoog en betrokkenheid met lokale organisaties en plaatselijke fotografen.”

Sofie Crabbé: Waar is het idee om een fotofestival in Kortrijk te organiseren ontstaan?



Lize Rubens: In Kortrijk zijn er veel mensen op verschillende niveaus met fotografie bezig. Het begon met een droom van Jozef Lievens, fotograaf, fotomecenas en voorzitter van PxL. Fotocollectief in Kortrijk en AntwerpPhoto (het fotografiefestival in Antwerpen, sc). Anderhalf jaar geleden besprak hij zijn ambitie om een fotofestival te realiseren met de Schepen van Cultuur in Kortrijk, Axel Ronse. Vervolgens nodigde hij me uit om curator te zijn. Ik was meteen enthousiast en contacteerde Dieter Van Caneghem en Lieven Lefere om het festival samen te cureren. In eerste instantie wilden we vooral het lokale verhaal brengen. Dit basisidee is uitgegroeid tot een groter project waarin ook internationale namen zijn opgenomen.

Lieven Lefere: Kortrijk is ook kandidaat voor Culturele Hoofdstad van Europa in 2030. Het komende decennium zal de Groeningestad hiernaartoe werken. Het lokale verhaal en de professionele verankering van fotografie zijn rechtstreeks in deze ambitie geïmplementeerd. We zijn ervan overtuigd dat beide nodig zijn. PxL. Fotocollectief beperkt zich bijvoorbeeld niet tot een maandelijks momentje waarin iedereen elkaar de lof zwaait. De vereniging zet in op participatieve projecten. Ze maakten reeds verschillende tentoonstellingen onder andere voor Levensloop, een loopwedstrijd die geld inzamelt voor de strijd tegen kanker. Het festival wil niet als een ufo in de stad landen, totaal vervreemd van de lokale werking van de amateurkunsten, waardoor er geen betrokkenheid is. Er mag dan nog sprake zijn van stadsintegraties of samenwerkingen tussen individuele kunstenaars, voor de lokale werking voelt zo’n aanpak als een ‘entering’ van de stad.

Foto Cato Van Rijckeghem, Our Life is Full of Sunshine, 2018-2019

SC: In 2020 lanceren jullie een oproep aan lokale fotografen. Tachtig fotografen gingen vervolgens onder jullie begeleiding de uitdaging aan om een project met een sociale vereniging te realiseren. Het gaat steeds om een organisatie die zich ontfermt over mensen in een hulpbehoevende situatie: van kwetsbare jongeren tot ouderen en van mensen met een migratieachtergrond tot personen met een beperking. Kunnen jullie het ontstaansproces wat duiden?



Dieter Van Caneghem: We geven alle drie les fotografie. Lize en ik aan het CVO Scala en Lieven aan de academie in Kortrijk. De oproep is verspreid via onze scholen, alsook via Vormingplus die ook workshops fotografie geeft en via de fotoclubs van Kortrijk, meer bepaald PxL. Fotocollectief, de Koninklijke Kortrijkse Fotoclub en Fotoclub Groeninghe (sic). We polsten naar hun enthousiasme om met welzijnsorganisaties in Kortrijk samen te werken en een fotografisch project op te starten. Op deze manier brengen we cultuur naar alle lagen van de bevolking. We hebben ook onderzoek gedaan naar die sociale verenigingen. In hoeverre konden we een project met hen starten? Lize had vele gesprekken met hen op basis waarvan er een selectie is gemaakt.

Foto Dries Depoorter, The Lookout, 2021

LR: Eind 2019 heb ik al die welzijnsorganisaties bezocht. We hebben gekeken wat fotografie kan betekenen binnen de bestaande werking van de vereniging en hoe het deze kan versterken. We hebben geen nieuwe projecten binnen de organisatie bedacht. Lieven Lefere heeft bijvoorbeeld een project begeleid van Oranjehuis (een sociale organisatie die werkt met jongeren en jongvolwassenen in moeilijke situaties en gebroken contexten, sc). Een van hun initiatieven heet Vuur en Vlam, een maandelijks evenement waarbij jongeren rond een kampvuur zitten om een onderwerp naar keuze te bespreken. Deze informele bijeenkomst schept een toegankelijk kader om vrijuit met leeftijdsgenoten te spreken over minder evidente onderwerpen. De fotografen hebben hieraan deelgenomen. Zo leerden ze elkaar beter kennen.

LL: Tijdens een infomoment stelde Lize een twintigtal projecten met sociale verenigingen voor aan de fotografen. De fotografen konden vervolgens hun top drie doorgeven. Op basis hiervan kreeg iedereen een project toegewezen. We kregen reeds veel positieve reacties op de dialogen die zo ontstonden.

Foto Maarten Caesens en Lieven Vaernewyck, 2020

SC: Jullie hechten veel waarde aan betrokkenheid. Een mooi voorbeeld hiervan is de band die ontstond tussen een persoon met een beperking en fotografen Lieven Vaernewyck en Maarten Caesens. Kunnen jullie ons hier meer over vertellen?



LR: Het begon met een eerste kennismaking tussen vzw Wit.h (een kunstencentrum voor mensen met een beperking, sc) en de twee fotografen. Wit.h heeft een persoon met een beperking, die toevallig ook Lieven heet, uitgekozen. Zijn ouders waren ook bij het project betrokken. De fotografen zijn met de man op zoek gegaan naar zijn ‘ideale wereld’. Deze bleek te bestaan uit de zee en uit puzzelen. Tussen de eerste en de tweede lockdown zijn ze op daguitstap naar zee gegaan, wat resulteerde in prachtige foto’s. Vaernewyck en Caesens hebben Lieven vervolgens uitgedaagd door een van de foto’s als een puzzel van maar liefst 1500 stukken te laten drukken, waardoor hij stukje per stukje z’n eigen droomwereld kon bouwen. Ze hebben ook een mini-fotostudio gebouwd waarin de moeder haar zoon tijdens het puzzelen kon fotograferen. Lieven kon er ook foto’s van zichzelf maken. Dankzij fotografie konden ze in contact blijven. Een uitvergrote foto van de puzzel is in de tentoonstelling opgenomen.

SC: Jullie wilden aanvankelijk in maart 2020 met de samenwerkingen starten, maar toen ging het land in een eerste lockdown.



LR: Hierdoor waren we genoodzaakt het project on hold te zetten. De meeste projecten, zoals de samenwerking met woonzorgcentrum Budalys, konden immers niet meer doorgaan. De opening van het fotofestival was normaal in september 2020 voorzien, maar dat is uitgesteld naar maart 2021. We wilden ook vier à vijf maanden de tijd hebben om de fotografen te kunnen begeleiden.

SC: Waaruit bestond het vormingstraject dat jullie aanboden?



LL: Iedere deelnemer kreeg een individuele trajectmentor toegewezen. In september en oktober 2020 konden de deelnemers zich inschrijven voor een twaalftal activiteiten. Anja Hellebaut (oprichter mentormentor, een klankbord voor fotografen, sc) gaf een workshop ‘hoe stel je een portfolio samen?’ BREEDBEELD (platform ter ondersteuning van beeldmakers, sc) voorzag een portfolioreview met professionele fotografen. Dieter Van Caneghem gaf een workshop rond architectuurfotografie,
enzovoort.

Foto Sebastian Steveniers, Bosfights/Live Free, 2016-2019

SC: De meeste beelden van de lokale fotografen zijn verspreid over de stad te zien. Sommige foto’s - zoals het reeds vermelde project met Lieven - zijn gebundeld op een verrassende locatie, namelijk het openluchtzwembad aan de Abdijkaai. De prachtige jaren vijftig architectuur was voor mij een ontdekking. Het is een filmisch decor voor jullie fotofestival.



LL: Het festival vindt plaats in historische plaatsen. Het openluchtzwembad aan de Abdijkaai en de Broeltoren zijn buitenbeentjes omdat ze niet vaak toegankelijk zijn. Daarnaast heb je ook Texture (het museum van vlas en textiel, sc), de Paardenstallen en de Groeningeabdij.

SC: In het dormitorium van de Groeningeabdij is er een solotentoonstelling van Bieke Depoorter: Agata, Bieke & Germaine. De fotografe verkent er de complexiteit van de fotografische onderneming, worstelend met de relatie tussen fotograaf en onderwerp. Vanwaar jullie keuze voor dit werk en deze fotografe?



LR: Bieke is afkomstig van Kortrijk, dat was alvast een mooi extra’tje. We hoopten om nieuw werk van Bieke te kunnen tonen. Toen we haar benaderden, was ze haar boek Agata aan het voorbereiden (dat in april wordt uitgegeven bij Des Palais, sc). We waren meteen super enthousiast om dit werk te tonen. Het past binnen het thema Track & Trace. Bieke zit zo dicht op de huid van Agata en omgekeerd. Een deel van de beelden waren reeds te zien in het fotomuseum in Antwerpen, maar de verhaallijn is lichtjes gewijzigd. Er zijn ook nieuwe beelden zoals de grote grids en het vervolg van Germaine (een oude, overleden vrouw die fungeert als een alter ego voor Agata en Bieke, sc).

LL: In dit project is er een heel mooie wederkerigheid. Je hebt een constante dialoog. Is Bieke op zoek naar zichzelf door Agata haar ding te laten doen? En vice versa. Bij Germaine worden ze beide personages. Uiteindelijk beland je in een soort web waarbij je niet meer goed weet waar je naar kijkt. Die distorsie binnen het traceren vinden we boeiend, vandaar ook het thema van het festival.

Foto Bieke Depoorter, Agata, 2017-2020, Magnum Photos

SC: Die verwarring vinden we ook terug in de in de Paardenstallen, waar vijf fotografen werk tonen dat getuigt van een documentaire attitude. Hoe zijn jullie hier te werk gegaan?



LL: Aangezien de groepstentoonstelling Track & Trace in Museum Texture veel internationale namen bevat, iets wat aanvankelijk nochtans niet onze intentie was, en aangezien Belgische documentaire fotografen het hard te verduren krijgen tijdens de coronacrisis, ontstond het idee om als festival net deze mensen financieel te ondersteunen. In 2020 lanceerden we een open call. We hebben ons gericht op professionele fotografen en op mensen die nog maar vijf jaar afgestudeerd zijn van een kunsthogeschool opleiding fotografie. Op die manier kregen ook internationale fotografen een kans om deel te nemen. We ontvingen 60 inzendingen waaruit vijf fotografen zijn gekozen door een jury die bestond uit Jef Lievens, Rein Deslé (curator FOMU Antwerpen, sc), Gautier Plateau (uitgever Hannibal Books, sc), Jan Desloover (chef beeldredactie De Standaard, sc), mezelf en jij. Zo’n open call richt zich op de individuele kwaliteiten van een fotograaf.

SC: De winnaar is Sebastian Steveniers. Voor zijn reeks Bosfights/Live Free over hooligans en hun geheime strijd in afgelegen bossen kreeg hij de Roots-prijs ter waarde van 5.000 euro, geschonken door Roots Advocaten.



LL: In deze reeks zie je een interessante dualiteit tussen fotografie als objectiverend medium dat registreert en fotografie als subjectief, gekleurd medium, waarbij de mens het apparaat/de camera bedient en daar een eigen insteek aan geeft. De installatie van Sebastien Steveniers brengt die twee uitersten mooi samen. Is een fotograaf iemand die als een soort ontmenselijkt individu samensmelt met zijn objectiverend apparaat? Of is hij iemand die daar als mens staat en fotografeert en ondertussen z’n onderwerp leert kennen? In dit geval participeert de fotograaf, niet dat hij meevecht, maar hij interageert met zijn onderwerp. Documentaire fotografie werd vroeger vaak omschreven als een fotografisch genre. Vandaag wordt het documentaire eerder benoemd als een attitude, die dwars door fotografische genres heen snijdt. De rol en positie van de documentaire fotograaf veranderen voortdurend.

SC: De reeks Bosfights van Steveniers kreeg een juridisch staartje.



LL: In april 2018 is Steveniers gearresteerd tijdens het fotograferen van een vechtpartij. Even lijkt het project voor de fotograaf te eindigen in een gevangeniscel. Zijn beeldmateriaal wordt in beslag genomen voor gerechtelijk onderzoek. De weinige foto’s die hij ooit per mail met anderen heeft gedeeld kan hij recupereren. In de tentoonstelling blaast Steveniers enkele screenshots van slechte kwaliteit op tot gepixelde getuigen van zijn onderzoek. Naast de prints toont hij ook zijn arrestatieverhoor, zijn vraag naar oordopjes omdat zijn celgenoot te luid snurkt en een krantenartikel getiteld ‘Vrijgelaten Antwerp-hooligan: “Wat is er mis met freefights?”’ Justitie heeft het werk gemaakt tot wat het is, justitie is onbedoeld medecurator.

SC: De andere fotograferen hanteren een heel andere benadering.



LL: Cato Van Rijckeghem start vanuit haar eigen familiale geschiedenis. Haar zus is geadopteerd en van Chinese afkomst. De fotografe brengt een reeks over de Chinese eenkindpolitiek aan de hand van found footage, brieven en stemopnames van mensen die in eenkindpolitiek zijn grootgebracht. Gert Jochems vertrekt dan weer vanuit de directe journalistiek. Hij werkt als journalistiek fotograaf voor De Standaard. Zijn documentaire project New Demographics confronteert ons met de politieke en sociale veranderingen die de voorbije decennia zijn ontstaan in Europa. Hij brengt een soort van caleidoscopische weergave van het rumoer van de 21ste eeuw. Hij combineert zijn journalistieke foto’s, zonder zelf een standpunt in te nemen, met tekstfragmenten van politieke linkse en rechtse opinies. De tentoonstelling geeft de experimenteerdrang van documentaire fotografen weer en hun zoektocht naar manieren om met het medium om te gaan binnen een steeds veranderend landschap.

SC: Het thema Track & Trace krijgt het meest gewicht in de gelijknamige groepstentoonstelling in de kroonzaal van Museum Texture. Lize en Dieter, jullie cureerden deze expo. Jullie kozen hier voor meer conceptuele werken geclusterd rond de thema’s identificatie, communicatie en registratie. Om er één uit te lichten: onder de noemer registratie maakte multimediakunstenaar Dries Depoorter een opmerkelijke interactieve installatie in de vorm van een controlekamer The Lookout waarin live-camerabeelden van onbeveiligde camera’s te zien zijn.



LR: Kortrijk is de stad in België met de meeste beveiligingscamera’s per bewoner. We hebben Dries Depoorter uitgenodigd om met dit gegeven een nieuw werk te maken. Het werk maakt zichtbaar wat voor absurde dingen mensen beveiligen zoals een nest met puppy’s of een muur met een klok.

DVC: Er is aan vijf fotografen - Aurore Dal Mas, Bieke Depoorter , Max Pinckers, Nele Van Canneyt en Sybren Vanoverberghe - gevraagd om de camera’s met de installatie - ook tijdens het festival - te besturen en om er beelden mee te maken. Deze printen we vervolgens en hangen we in de ruimte op. Het resultaat is verrassend. Iedere fotograaf weet er zijn eigen stempel op te drukken. Dit project tast de grenzen van de privacy af. Het brengt een interessant debat op gang.

SC: Jullie hebben ook een heus interactief parcours uitgewerkt. In Broeltoren Noord presenteren jullie een grote, in vijf stukken gesneden foto. Dit beeld kwam op een wel heel bijzondere manier tot stand.



LL: De foto is gemaakt door Danny Veys (fotograaf/kunstenaar en onderzoeker, sc) en mezelf in september 2020, tijdens een evenement dat gepaard ging met het startschot van het lokale project. We transformeerden hiervoor de eerste verdieping van de Broeltoren - een van de oudste gebouwen van Kortrijk (gebouwd in 1415, sc) - tot een camera obscura, een van de meest ‘primitieve’ vormen van fotografie. Door een kleine opening in het raam valt er licht binnen dat vervolgens op een wand wordt geprojecteerd. Met deze camera maakten we vervolgens een groepsportret van de lokale fotografen verspreid over de verlaagde Leieboorden tegen een achtergrond van historische gebouwen en stadsvernieuwing, en geflankeerd door de Golden River (bijnaam voor de Leie die verwijst naar het rooten van vlas in het water van de Leie, sc). De lokale fotografen dienden 20 minuten stil te zitten. In de camera obscura hebben Danny en ik een grote rol fotopapier, van 4,5 op 1,27 meter, belicht. Deze hebben we vervolgens ter plaatse in een donkere kamer ontwikkeld met producten aangelengd met water uit de Leie. Na een kleine voorspoeling om de rivier niet te veel te bezoedelen, hebben we de print ontrold in de Leie. Het was uniek om het beeld op het water te zien dobberen. De foto is een blijvende herinnering aan het fotofestival. Hopelijk zal het een mooie bestemming krijgen in Kortrijk en deel worden van de collectieve geschiedenis van de stad.

SC: De historische gebouwen waarover Lieven spreekt zijn ook aanwezig in de VR projecten verspreid over de stad. Dit werk is tot stand gekomen in samenwerking met lokale fotografen. Kunnen jullie dit wat duiden?



DVC: We hebben vijf lokale fotografen gevraagd om verschillende plekken in Kortrijk 360 graden te documenteren. Dit was een leerproces waarvoor ze een speciaal statief en speciale software nodig hadden. Vervolgens zijn de fotografen op zoek gegaan naar historische beelden in de beeldbank van Kortrijk, maar ook bij familie, vrienden en kennissen. De VR projecten combineren deze historische foto’s met de nieuwe beelden. Er is ook een VR project dat in de toekomst kijkt.

LL: De noodzaak voor een sterk buitenparcours is voor een stuk ontstaan vanuit het covid-verhaal. Zo kwam er ook een audioparcours met Wannes Cappelle tot stand.

LR: In december 2020 kregen we alle foto’s van het lokale project. Samen met Anke D’haene (projectleider Track & Trace, sc) hebben we een selectie gemaakt en doorgestuurd naar Wannes. Vervolgens heeft hij verhalen en muziek bij tien foto’s geschreven. Het is mooi te zien hoe tekst en geluid beeld versterken. Wannes laat de toeschouwer langer naar een foto kijken. Soms is hij er echt in geslaagd om de ziel van een beeld te vatten. We zijn blij met deze samenwerking.

SC: Kunnen jullie tot slot de vier partnerprojecten kort toelichten?



DVC: Schouwburg Kortrijk pakt uit met Atmosphere. Agathe Danon, Alexander Deprez, Bas Bogaerts en Igor Van De Poel tonen hun wereld aan de hand van portretten die elk op hun manier een verhaal vertellen. Er is ook werk van drie internationale Designers in Residence te zien. BuBox stelt prints van Sander Buyck tentoon. Het dolende individu staat er centraal. Fragma Gallery, een zopas geopende galerie die focust op fotografie, brengt een fascinerend portret van Daleside, een kleine, geïsoleerde voorstad van Johannesburg, in beeld gebracht door Cyprien Clément-Delmas en Lindokuhle Sobekwa. Be-Part confronteert werk van vier fotografen/kunstenaars Dirk Braeckman, Paul Kooiker, Gerard Fieret en Annelies Štrba.

SC: Over deze laatste tentoonstelling schreef ik een recensie die jullie in het aprilnummer van HART kunnen lezen. Dankjullie voor deze rondleiding!