Alles over kunst

Expo  HART Nr. 208

Zuurstof voor vrijheid

Mircea Cantor in STUK
Christine  Vuegen

Praktische info

Mircea Cantor, Am I really free? tot 13 december in STUK Expozaal, Naamsestraat 96, Leuven. Open di-vr van 18-22 u, za-zo van 14-18 u. www.stuk.be

Hoe flikt Mircea Cantor het om werk te maken dat in je hoofd blijft dwalen? Het verbaast niet dat de multidisciplinaire Roemeens-Franse kunstenaar wordt geroemd om zijn visuele poëzie. Altijd vol ondervragingen over wat het is om mens te zijn in deze wereld, vanuit een nederige positie. Wat nogal verbaast, is dat de eerste solo in België lang op zich liet wachten. Am I really free? in het STUK in Leuven is een parcours met zeven recente video’s, aangevuld met foto’s en tekeningen, waaronder een nieuwe video en nooit eerder getoond werk. Niet zijn grootste expositie ooit, maar toch blaast ze je van je sokken. Zachtjes, en bijna zonder dat je het merkt.

Mircea Cantor, ‘Am I really free’, 2020, HD film in kleur, geluid, 7” in loop, co-productie STUK, installatiezicht STUK, Huis voor Dans, Beeld en Geluid. Foto © Kristof Vrancken

Een machtig begin. De film Aquila non capit muscas (2018, 3’40”) is geprojecteerd op een erg groot formaat. Keer op keer jaagt een steenarend op een drone, een strijd tussen natuur en technologie. De roofvogel klauwt trefzeker naar de drone, hij grijpt er eens naast om de propellers te ontwijken, hij zit in het gras alsof hij zijn prooi opsmikkelt. De natuur overwint altijd. Terwijl de arend geluidloos drones uit de lucht haalt, hoor je in de verte altijd weer een jongensstemmetje dat zich afvraagt of hij echt vrij is.

Am I really free? is een nieuwe video van zeven repetitieve seconden. Van bovenaf gefilmd ligt een jongen tussen madeliefjes in het gras. Hij stelt de vraag en trekt de wenkbrauwen weifelend op. Opnieuw en opnieuw en opnieuw, telkens onderbroken door een zwart beeld. Am I really free? blijft opklinken als een mantra in de intieme duisternis van de zaal. Volg de pijlen, zo gaat het in coronatijden. Vragen over vrijheid en controle, grenzen en hoe die te overschrijden, de balans tussen traditie en moderniteit, tussen de natuur, de mens en technologie, onzekerheid en de nood aan onzekerheid om open te staan voor meerdere visies: de terugkerende thema’s in de kunst van Mircea Cantor (1977) lijken urgenter dan ooit.

Ondervraging

“De nieuwe video heb ik tijdens de lockdown gemaakt met een van mijn drie zonen.” Mircea Cantor praat erover aan een terrastafel op het binnenplein, hij wil frisse lucht voor zijn ‘artist talk’ begint. “Ik woon in Parijs, maar ik zeg altijd ‘on Earth’. Want ik reis veel. Dikwijls naar Roemenië, waar ik sinds 2007 samenwerk met ambachtslui. Toen ik daar opgroeide tijdens de communistische dictatuur waren samenscholingen van meer dan vier personen verboden. Ik vind veel gelijkenissen tussen toen en nu. Waar gaat het naartoe? Ik ben gewoon bang. Er is een nieuwe normaliteit, die na 9/11 begon. Mijn kunst is geen verzet, ik blijf in de ondervraging. De video Am I really free? stelt de vraag naar vrijheid van beweging en denken. Voor mij is niet zozeer de vraag van belang, maar het antwoord. En het antwoord is ‘nee’. Maar er zijn gradaties in de ‘nee’. Hoe dicht kunnen we in ons leven bij de ‘ja’ komen, daar gaat het om. Om naar de ‘ja’ te gaan, moet je eerst de vraag stellen: wat is de definitie van vrijheid? Een mogelijk antwoord is volgens mij: zich gedragen met respect voor de menselijke waardigheid, dan kan iedereen in vrijheid leven.”

Over de arend en de drone – tiens, het klinkt als een fabel, een mythe of een allegorie, en dat is het eigenlijk ook – vertelt de kunstenaar dat de film is opgenomen in België met steenarenden van een Nederlandse firma. In 2016 zag hij in het CCN-nieuws dat arenden worden getraind om drones uit de lucht te halen. Het kostte twee jaar om te kunnen en mogen filmen. “Ik vond maar geen titel, en ik wil geen werk zonder titel tonen”, zegt hij. “Opeens schoot me een spreuk te binnen die ik kende van de lessen Latijn in Roemenië: ‘de arend vangt geen vliegen’, je moet je niet concentreren op kleinigheden maar op grote dromen en daden.”

Gebalde beeldtaal

Mooi hoe Mircea Cantor verse zuurstof pompt in spiritualiteit en existentiële vragen, die niet losstaan van de sociale en politieke context waarin we leven. De langste video is een manifestatie met doorzichtige plexiborden zonder boodschap, in 2018 uitgevoerd in Tokio. Het is een variant van de mars in Tirana met spiegels als protestborden, de overbekende video uit 2003. Tussen haakjes: in 2002 was de biënnale ForwArt in Brussel, gecureerd door niemand minder dan Lynne Cooke, Chris Dercon, Robert Fleck en Hans Ulrich Obrist, de eerste grote groepstentoonstelling waaraan hij deelnam. Hij liet toen tweepolige lucifers maken met aan beide kanten een ontvlambare kop, 10.000 doosjes die gratis werden verdeeld.

Zijn kortste video is Vertical attempt (2009, 1”): een jongetje dat met een schaar de waterstraal van een keukenkraan probeert door te knippen. Cantor zag wat zijn zoontje deed en maakte er een kunstwerk van, een haiku, een staccato van beeld en geen beeld. Tracking Happiness (2009) is dan weer een minutieus geconstrueerde allegorie, een choreografie van jonge vrouwen in een wit gewaad die blootsvoets met een bezem de sporen van hun voorgangster uitwissen in het hagelwitte zand. Kalm en sereen, als een droom. Eerst op een rij en dan in een cirkel, alsof ze de cyclus van leven en dood verzinnebeelden. Tegelijk is het een soort sisyfusarbeid, en volgens Camus moeten we ons Sisyfus voorstellen als een gelukkig mens.

Sublimeren

Stapjes naar het antwoord ‘ja’ op de vraag of we vrij zijn, ergens worden ze vaak subtiel geëvoceerd. Shortcuts (2004) zijn drie zwart-witfoto’s van olifantenpaden in zijn geboorteplaats Oradea. Oké, hij is niet de eerste en enige die ‘shortcuts’ onder de aandacht brengt. Vroeger fotografeerde Jeff Wall zo’n pad dat is gemaakt door mensen die niet gedwee het aangelegde traject volgen. Wat echt verrast, en nooit werd getoond, is een vlotte lijntekening van Trump, die vastberaden de dop van een pen haalt om het uitvoeringsbesluit voor de muur aan de Mexicaanse grens te ondertekenen. Cantor zegt dat het hem ging om het intense moment, een materialisatie van macht, dat wou hij vereeuwigen.

Het parcours is grotendeels een cirkelbeweging, een beetje zoals de hand van de kunstenaar in de video Funia (2015) glijdt over een in hout uitgesneden touw rond een houten gebouw. “Een Roemeense kerk uit de 17de eeuw”, preciseert Cantor. “Het aanraken van het touw maakt je bewust van je sterfelijkheid en de geschiedenis. Niet ver van waar ik woon staat een 280 jaar oude ceder. Tegen mijn kinderen zeg ik: kijk, dit is een levende boom, hij leefde tijdens de Franse Revolutie, de Holocaust en zal nog leven als ik er niet meer ben. In Puglia zag ik olijfbomen van 2000 jaar oud, de tijd van Jezus Christus. Het is een schoonheid die je niet kan uitdrukken, het is ‘mindblowing’.”

Cantors oeuvre bevat een secure esthetiek, een quasi hypnotiserend ritme en een sterke tactiliteit, ook al is het videowerk. Mircea Cantor verklapt iets van het recept: “Toen ik in de vroege jaren 2000 begon met video was ik gebiologeerd door wat je kan doen met bewegend beeld. Als kunstenaar wil je krachtige beelden maken, die de werkelijkheid sublimeren. Alleen door tegen de grenzen van het medium aan te duwen en die te verleggen, kan je iets maken dat spiritueel of poëtisch is of je triggert, lang nadat je het werk gezien hebt.”