Alles over kunst

Interview  HART Nr. 201

Expo

De achterkant van het decor

Latifa Echakch in BPS22 Charleroi
Christine  Vuegen

Praktische info

Latifa Echakhch, The sun and the set, tot 3 mei in BPS22 - Kunstmuseum van de Provincie Henegouwen, Boulevard Solvay 22, Charleroi. Open di-zo van 10-18 u. www.bps22.be

BPS22 mag prat gaan op een belangrijke tentoonstelling van Latifa Echakhch. The sun and the set overspoelt de industriële hal met enorme theaterdoeken, die half in elkaar gestuikt zijn. Ze zijn beschilderd met avond- en ochtendlandschappen, ook van Charleroi. Het is een nieuwe installatie voor een retrospectief van ruim zeventig werken. Knap hoe de achterkant van het decor meespeelt in een expositie vol poëzie en vragen over de toekomst. Vlak voor de opening rolde bovendien het bericht binnen dat de kunstenaar van Marokkaanse afkomst in 2021 het Zwitserse paviljoen mag innemen op de Biënnale van Venetië.

Latifa Echakhch, ‘The sun and the set’, BPS22, installatiezicht met o.m. ‘The Fall (Blast Furnace N°4 of Carsid, Charleroi), 2020, geschilderd theatergordijn, staal. Collectie van de kunstenares. Foto © Leslie Artamonow

“Ken je de situatie in Charleroi een beetje?” Latifa Echakhch (1974, Marokko, woont in Martigny, Zwitserland) vraagt het bij een half ingezakt theaterdecor met de hoogoven van Carsid in Charleroi, een nageschilderde foto die ze zelf nam. “Ik was getroffen door de dynamiek. De stad heeft een industrieel verleden en er wordt druk gebouwd aan een andere toekomst. Je ziet ruïnes van fabrieken, die plaatsmaken voor nieuwe wijken. Maar ze willen deze hoogoven wel bewaren als een iconisch overblijfsel. Die historische tussentoestand, tussen heden, verleden en toekomst, zit ook in mijn tentoonstelling en in mijn manier van werken.” Ze heeft er twee oudere object-sculpturen aan toegevoegd. Drie micro’s evoceren woordvoerders, maar de micro’s zijn onklaar gemaakt. Wat verderop refereert Tour de Babel aan het gelijknamige blokkenspel waarbij de spelers beneden een stuk wegnemen om de constructie te verhogen. Tot ze instort.

De backdrops zien er ook uit alsof ze instorten. Het zijn professionele podiumdoeken, geschilderd door vaklui. Latifa Echakhch gaf hen zelfgenomen snapshots van recente reizen, onder andere Sunset from a balcony in Lausanne en Early morning landing in Brussels. “De theaterdecors zijn half gemonteerd of half gedemonteerd”, preciseert ze. “Het is een moment tussen constructie en deconstructie. Die kleine tijdsspanne boeit me omdat de verbeelding meer op gang komt. Is er al iets gebeurd of staat iets te gebeuren? Ik heb graag dat vragen worden gesteld. De vraagstelling van de toeschouwer is voor mij een materiaal in mijn werk.”

Totaallandschap

The sun and the set is de eerste museumtentoonstelling van Latifa Echakhch in België. Zo’n overzicht is een internationale primeur. Bovendien is het kunst, die iets met je doet. Al heb je het niet direct in de gaten. Bij een muur liggen aan de kant gegooide spullen, waar je bijna aan voorbijloopt: een geel mini-jurkje, sexy kousen, luipaardlaarzen, een gedemonteerde paaldanspaal. Pole Dancer is in 2011 gemaakt voor haar vitrinetentoonstelling in Sorry We’re Closed in Brussel. Later exposeerde ze solo in KIOSK in Gent en Dvir Gallery in Brussel. Het laatste decennium schiet de interesse voor haar werk omhoog. In 2013 won ze de Prix Marcel Duchamp en in 2015 de Zurich Art Prize. Waar die opmars aan te danken is, komt nu bij elkaar in een soort totaallandschap van grote en kleine werken. Dikwijls discreet, en geregeld politiek geladen.

Latifa Echakhch, ‘The sun and the set’, BPS22, installatiezicht ‘Crowd Fade’, 2017, cement, verf. Collectie van de kunstenares. Foto © Leslie Artamonow

“Het zit vol kleine verhalen, maar de interpretatie blijft redelijk open”, zegt Echakhch. Ze vertelt over Le thé de Saïd, een theepot onder een functionerende regenpijp. Toen ze drie jaar was, verhuisde ze met haar familie naar de Savoie in Frankrijk. De weinige keren dat ze als kind in Marokko kwam, bleven haar bij. Haar oom Saïd woonde in een door Fransen gebouwd huis met regenpijpen, en dat in een kurkdroge streek. Bij hem stond altijd een theepot onder een regenpijp. Zo kon hij, als het dan toch regende, een speciale thee serveren. Elders is Mer d’encre, een groep bolhoeden gevuld met inkt, een dikke knipoog naar Magritte. Hm, poëzie botst niet met humor. Als iemand zo’n hoed opzet, is het een komische gag.
Een ander oneigenlijk gebruik van zwarte inkt is er iets mee doordrenken en bedekken. “Voor ik inkt gebruikte, bedekte ik objecten met doeken om ze even stil te zetten in de tijd”, merkt Latifa Echakhch op. “Inkt is een klassiek materiaal, zoals marmer of olieverf. Het gedicht Todesfuge van Paul Celan heeft het voortdurend over zwarte melk. Opeens dacht ik: die zwarte vloeistof, dat is inkt. Het materiaal verwijst ook naar de zwarte gal, de melancholie in de kunstgeschiedenis. Inkt heeft het potentieel om te schrijven en te tekenen, om iets te bedekken en om een emotionele spanning te verwekken.” Melancholie of spleen? Ze is voorzichtig met die woorden, en drukt erop dat het geen nostalgie is.

Kritische romantiek

Dikwijls geeft haar kunst het gevoel een blik te werpen achter de schermen van de samenleving, maar ook het persoonlijke en collectieve geheugen. Subtiel wordt gewezen op mechanismen waar we weet van hebben en zelden bij stilstaan. Het mogen dan alledaagse objecten zijn, op een simpele manier doet de kunstenares er iets mee waardoor poëzie ontstaat. Daarom valt de politieke scherpte niet meteen op. Een aantal autobanden liggen bij een theaterdoek met een nachtzicht van Hongkong. Een kalme stad toen ze er was, maar even later braken rellen uit. De autobanden zijn sculpturen, die zijn gemaakt door de banden in de fik te steken en te blussen op het juiste moment. Ze steekt iets in brand, ze vernielt iets, ze doordrenkt iets met inkt. Mensen, geluiden en muziek zijn er niet, maar ze verchijnen in je hoofd. “Er gaat niets boven afwezigheid om aanwezigheid op te roepen. Er gaat niets boven destructie om te doen nadenken over wat ons rest voor de toekomst, over nieuwe mogelijkheden”, zegt Echakhch opgewekt.

Latifa Echakhch, ‘Mer d’encre’, 2012, hoeden, polyesterhars en Chinese inkt, installatiezicht BPS22. Collectie van de kunstenares. Foto © Leslie Artamonow

Een tweede ruimte is meer een nachtlandschap, belicht met spots. Drie grote muurwerken zijn er te zien. Een blauwe wolkenhemel, een tondo, komt naar beneden. Brokstukken ervan liggen op de grond. Hetzelfde gebeurt met een geschilderde mensenmassa, een manifestatie. Zo knoopt ze op haar manier aan bij de grote traditie van fresco’s. Dit zijn reconstructies van ouder werk, eerst geschilderd en dan gedeeltelijk weggehakt. Na de vernietiging van Palmyra door IS kwam het beeld van de gebroken hemel in haar op. Er valt evengoed te denken aan de klimaatcrisis.

In de industriële hal is de setting niet theatraal belicht. Het is snel duidelijk dat het geen werkplaats van decorbouwers is, maar een landschap. Er staan zelfs zitbanken in, banken uit de stad Kassel nog wel. Ze reizen mee met tentoonstellingen van Latifa Echakhch: “Ik associeer ze met de Duitse romantiek, met wandelingen in wouden, de contemplatie van de natuur. Mijn werk is een voortzetting van de romantiek, een vervolg. De romantiek was een reactie op vooruitgang, op de industriële revolutie. Nu zitten we in het post-industriële tijdperk. Als het heel snel gaat, zetten kunstenaars een stap opzij. Dat is romantiek volgens mij. Ik werkte eerder al met de achterkant van het decor. Niet om de magie te vernietigen, maar om het mechanisme te tonen. Als je toont hoe het is gemaakt, zeggen mensen misschien: ah, dat kan ik ook. Dat is wat ik wil (lachje). Kunst zou overal moeten onderwezen worden. Kunstenaars zijn altijd kritisch als ze de dingen een beetje anders of dieper of van opzij bekijken. Dat is nuttig, misschien wel nuttiger dan wiskunde.”