Alles over kunst

Expo  HART Nr. 194

Jan Kempenaers: boek en expo in Mu.ZEE Oostende

Marc  Ruyters

Praktische info

Jan Kempenaers, ‘Belgian Colonial Monuments’ tot 13 oktober in Mu.ZEE, Romestraat, Oostende. www.muzee.be

Jan Kempenaers, ‘Belgian Colonial Monuments’, Roma Publications 355, 24 euro, ISBN 9789492811509. www.romapublications.org/Roma201-400.html

In Mu.ZEE in Oostende loopt de ogenschijnlijk kleine tentoonstelling ‘Belgian Colonial Monuments’, met foto’s én boek van kunstfotograaf Jan Kempenaers, gecombineerd met werk uit de museumcollectie. Documentatie van een half verdrongen verleden? Allerminst, Kempenaers beoogt een ander doel: een hernieuwde sensibilisering rond de omstreden Congo-momumenten, zoals hem dat ook lukte met ‘Spomenik’, een reeks over ook ooit vergeten herdenkingsmunumenten in het voormalige Joegoslavië.

Hoe hij op het idee kwam, om half vergeten Belgische koloniale monumenten, overal verspreid in het land (maar toch wel fors meer in Vlaanderen en Brussel dan in Wallonië) te fotograferen? Jan Kempenaers: “Ik was op bezoek bij mijn broer in Bremen, Duitsland. We bezochten een tentoonstelling in de Kunsthalle. Ik zag daar een historisch filmpje waarin een reusachtige olifant te zien was, gemetseld in baksteen, met de vermelding ‘Unseren Kolonien’. Ik vroeg aan mijn broer: ‘Staat die hier nog ergens?’. Hij antwoordde: ‘Ja, recht tegenover het station’. We gingen er dus naartoe en ik maakte er een foto van. Het was een kolossaal beeld. Maar de letters ‘Unseren Kolonien’ waren er af. Het park waar hij nu staat heet het Nelson Mandela-park … Duitsland had dus ook kolonies in Afrika. Maar die werden met het Verdrag van Versailles na WOI afgepakt.”

“Toen kwam bij mij het idee op: wat zou er allemaal nog aan Congo-monumenten in België staan? Ik ben dat gaan opzoeken en heb er toch veertig gevonden. Die ben ik allemaal gaan fotograferen. Het merkwaardige is – en dat kan je op de foto’s zien – dat sommige nu nog altijd gerestaureerd worden. Andere zijn ruïneus. Maar er werden er in 2002 en 2005 zelfs nieuwe gebouwd! Dat is toch redelijk hallucinant …”

De foto’s zijn niet documentair. In sommige wordt het monument zelfs aangesneden. Zo is van het beeld van ‘Vader De Deken’ in Wilrijk het hoofd van de pater niet te zien. Kempenaers: “Ik sneed soms af om de nadruk te leggen op specifieke elementen in het beeld. Of om meer context te kunnen tonen. Bij ‘Vader De Deken’ focuste ik op de hand van de pater, die zijn hand boven het hoofd van de geknielde zwarte houdt. Je kan dat interpreteren als een beschermende, dan wel een onderdrukkende hand. En ik heb telkens geprobeerd om van zo’n monument een ultiem, iconisch beeld te maken.”

Alle beelden zijn in zwart-wit. Kempenaers: “In kleur zou het er heel banaal uit zien. En door de kleuren van de lucht en het groen krijg je ook iets exotisch, wat ik absoluut wilde vermijden.”

Spomenik

In de tentoonstelling zijn ook foto’s te zien uit een vroegere reeks van Jan Kempenaers: in ‘Spomenik’ legde hij de herdenkingsmonumenten vast in het voormalige Joegoslavië. Die monumenten werden vaak door de lokale bevolking opgericht, als herinnering aan hun partizanenstrijd tegen deze of gene bezetter. Het leverde het prachtige boek ‘Spomenik’ (2010) op, net als ‘Belgian Colonial Monuments’ uitgegeven bij Roma Publications. Kempenaers: “In de collectie van Mu.ZEE zitten tien foto’s uit die reeks. In deze expo zijn er vijf van te zien. Weet je, nadat ik die Spomenik-foto’s maakte en die publicatie verscheen, groeide plots bij wetenschappers en historici overal ter wereld weer de aandacht voor die monumenten. Er werd en wordt volop over onderzocht en gepubliceerd. Tevoren keek niemand er meer naar om. Dat wil ik met deze koloniale monumenten ook opnieuw bereiken.”

De tentoonstelling loopt op de tweede etage in Mu.ZEE, waar Kempenaers’ werken een dialoog moesten aangaan met moderne en hedendaagse werken uit de museumcollectie die ook het thema van ‘Congo’ of ‘kolonialisme’ aanraken. Maar dat is een soep geworden: de werken hangen kriskras door elkaar tussen de andere collectiestukken. Dus is het echt zoeken naar Sammy Baloji, ‘The site where Patrice Lumumba, Maurice Mpolo and Josehp Okito were executed and first buried’ (2010). Of naar het schilderij ‘Wanderlust’ van Maryam Najd, met het beeld van zwarte vluchtelingen, gehuld in het bekende folie tegen de kou. Van Sven Augustynen zijn foto’s te zien die hij maakte in Katanga, in het kader van zijn project ‘Spectres’ uit 2011, ook al rond het tragische einde van Patrice Lumumba. Van Otobong Nkanga zijn ook een aantal werken te zoeken, net als dat kleine pareltje van Jane Graverol, het schilderij ‘L’Afrique Inconnue’ uit 1958, een Magrittiaans portret van een zwarte sirene, mét vissenstaart.

Jan Kempenaers: “Het was eigenlijk de bedoeling dat ik samen met Phillip Van den Bossche, toen nog directeur van Mu.ZEE, die werken uit de collectie zou selecteren en ze tonen in de ruimte naast de mijne. Maar plots verdween Phillip uit het museum. Het Mu.ZEE-team heeft het er dan maar bij gelaten. Ik heb dan maar één suggestie gemaakt: dat schilderij met de vluchtelingen van Maryam Najd. Dat is dus het enige dat nu vlak bij mijn werken hangt.”

Ter aanvulling: in een vitrine midden in de tentoonstelling kan je enkele memorabilia bekijken, zoals historische foto’s van enkele monumenten hoe ze er vroeger bij stonden – veel van die monumenten werden in de loop van de tijd verplaatst. Zo is te zien hoe sommige mettertijd een deel van hun grandeur verloren. Maar ze staan er nog wel. Voer voor de al enige tijd woedende discussie: hoe gaan we om met onze koloniale monumenten, Congolese artefacten, restitutie van Afrikaanse kunst en dies meer. Jan Kempenaers gooit een extra-knuppel in dat hoenderhok.

Jan Kempenaers, ‘Leopold II’, Tervuren, 2018. © Jan Kempenaers