Alles over kunst

Expo

Fred Bervoets: “t’is wa t’is”

Marc  Ruyters

Praktische info

Fred Bervoets, “t’is wa t’is”, tot 12 september in galerie De Zwarte Panter, Hoogstraat 70-74 Antwerpen. Open do-zo van 13u30 tot 18 u. www.dezwartepanter.com

Fred Bervoets, ‘De verhuis’, 2021, courtesy De Zwarte Panter
In de Antwerpse galerie De Zware Panter loopt een nieuwe, alle ruimtes vullende expositie van ‘huiskunstenaar’ Fred Bervoets. Volgend jaar wordt hij tachtig, er wordt gewerkt aan een stevig boek, met een essay van Paul Huvenne, voormalig directeur van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Fred Bervoets, afkomstig van Burcht (de parking van Antwerpen dus), wordt beschouwd als een volbloed Antwerpse kunstenaar, maar is veel meer dan dat. Hij is de grondlegger van een Antwerpse stijl van schilderen, die vaak wordt gelinkt aan de Duitse Neue Wilde en die vooral in de jaren tachtig furore maakte. Maar hij blonk vooral uit in oorspronkelijkheid: het was de Bervoets-stijl. Kunstenaars, van wie hij er verschillende opleidde aan de Antwerpse Academie, zouden hem later noemen als belangrijke inspiratiebron: Nick Andrews, Koen van den Broek, Vaast Colson, Tom Liekens en anderen.

In feite is Bervoets al lang geen schilder meer, maar een etser-schilder. Op de MuHKA-site in de sectie ‘Collecties’ wordt het als volgt omschreven: ‘Een traditionele etstechniek bestaat erin een gravure onder te dompelen in een acidebad, waardoor de lijnen als het ware weggezuurd worden. In plaats daarvan ontwikkelt Bervoets de zogenaamde ‘acide-verkeerd’-techniek; hij schildert met een in zuur gedrenkte borstel rechtstreeks op een zinken plaat. Nadat de plaat wordt afgedrukt, beschildert hij deze meestal nog, waardoor het inherente multipliceerbare karakter van de ets door hem volledig ontkend wordt.’
En dat is dus al jaren lang het werk van Fred Bervoets: unieke, bijgekleurde etsen, al dan niet in collagevorm.

Zijn figuratieve onderwerpen zijn dorps én stedelijk, maar soms ook internationaal: in 1989 trok hij naar Rhyolite in de Nevada-woestijn (USA) om er zijn vriend Albert Szukalski op te zoeken, die er onder meer aan zijn ‘The Last Supper’-beeld werkte in het Goldwell Open Air Museum. Het zou Bervoets inspireren tot veel schilder- en etswerk. Overigens is werk van Belgische kunstenaars als Dr. Hugo Heyrman en Dré Peeters ook present in dat museum.

Fred Bervoets, ‘Mijn stad’, 2020, courtesy De Zwarte Panter

Ook in de huidige tentoonstelling in De Zwarte Panter zijn Nevada-indrukken te zien. Maar het gaat toch vooral over Bervoets’ eigen leven, indrukken en ervaringen in en om zijn eigen habitat. En dat kan wringen, zoals ook uit de titel blijkt: in “t’is wa t’is”, is de apostrof of het weglatingsteken bewust verkeerd geplaatst, als om te zeggen: kijk goed, voor je zegt dat het weer hetzelfde is. Bervoets heeft nooit hetzelfde gemaakt: er zijn de ‘spaghetti’-schilderijen, er is de ‘witte’ periode, de ‘cicatrices’ enzovoorts. Maar de laatste jaren gaat het inderdaad om wat hij in zijn eigen leven meemaakt(e). En zo zie je in de galerieruimtes werken rond zijn leefwereld: ‘Ik en vrouw’, ‘Jeugdherinneringen als soldaat’, ‘Mijn stad’, veel zelfportretten en beelden uit zijn atelier, portretten van zijn vrouw en/of dochter ‘Sara, Lutgarde en ik’. Alle taferelen zijn propvol geëtst en geschilderd, het is een drukke wereld in het hoofd van Bervoets, die overigens niet vies is van enige zelfironie, zoals het werk ‘Droevige drinker’ duidelijk maakt. Fred Bervoets is consequent altijd zichzelf gebleven.