Alles over kunst

Expo  HART Nr. 200

Een waaier aan emoties

Carlos Amorales in het Stedelijk Museum Amsterdam
Sofie  Crabbé

Praktische info

Carlos Amorales - The Factory tot 17 mei 2020 in Stedelijk Museum, Museumplein 10, Amsterdam, NL. Open ma-vr van 9-17 u. www.stedelijk.nl

Kamers overladen met duizenden zwarte motten. Een eigentijdse Sixtijnse Kapel met een gebroken sculptuur van een vogel te midden van muren volgeschilderd met obscene zinnen en middeleeuwse figuren. The Factory, de eerste Europese retrospectieve van Carlos Amorales (1970), een van Mexico’s belangrijkste hedendaagse kunstenaars, kruipt onder de huid. “Wat voor sommigen aanstootgevend is, vinden anderen net vermakelijk. Mijn werk maakt een waaier aan emoties los.”

Carlos Amorales, Black Cloud, 2007 (installation view). Collection of Diane and Bruce Halle. Photo: Peter Tijhuis

Begin jaren negentig trok de toen 19-jarige Carlos Amorales naar Amsterdam. Achtereenvolgens studeerde hij schilderkunst aan de Gerrit Rietveld Academie, resideerde hij twee jaar in de Rijksakademie en kende hij tot 2004 zijn eerste professionele jaren bij onze noorderburen, waar hij momenteel tentoonstelt in het Stedelijk Museum – een soort van thuiskomen.

“Mijn tienjarig verblijf in Nederland was een vormende ervaring. Grootgebracht in het figuratieve, narratieve en katholieke kunstmilieu van Mexico, had ik het aanvankelijk moeilijk om de Europese mentaliteit te begrijpen en om me er toe te verhouden. Nederland confronteerde me met een abstracte en protestantse benadering van kunst. Vanuit een verlangen om te breken met het klassieke doek en om kunst binnen te loodsen in het dagelijkse leven ontstond het Amorales Project,” vertelt de kunstenaar, verwijzend naar het oudste werk op de tentoonstelling. Onder deze noemer experimenteerde hij jarenlang met zijn identiteit. Om uit de schaduw te treden van zijn gelijknamige vader – die ook een beroemd kunstenaar was –, koos Carlos voor het pseudonym Amorales (Spaans voor amoreel), een samensmelting van de ‘A’, de eerste letter van de naam van zijn vader, namelijk ‘Aguirre’, en ‘Morales’, de volledige naam van zijn moeder, eveneens kunstenaar. Vervolgens maakte hij van deze ‘Amorales’ een echt karakter.

Een bijzonder document in de expo is het Identity Loan Certificate (1996), waarop we lezen hoe collega-kunstenaar Gabriel Lester de goedkeuring kreeg om gedurende een maand Amorales’ identiteit aan te nemen. Maar ook de Amorales Mask (1996-2009), een masker van zijn eigen gezicht spreekt tot de verbeelding. In de absurde video Amorales vs. Amorales (2000) maken we kennis met Lucha Libre, een in Mexico razend populaire vorm van professioneel worstelen. De deelnemers dragen een kleurrijk masker, in dit geval Amorales’ masker. “Ik vind het interessant om dit werk terug te zien en na te gaan wat er is veranderd en wat er gelijk is gebleven.”

Carlos Amorales, Orgy of Narcissus, 2019. Courtesy the artist, kurimanzutto and Nils Stærk

Dit oudere werk snijdt thema’s aan als herhaling, anonimiteit en auteurschap. The Factory laat ons duidelijk zien hoezeer Amorales’ oeuvre van deze onderwerpen is doordrongen. Aangenaam verrast waren we bijvoorbeeld door het openingswerk Peep Show (2019). In een voor de kunstenaar atypisch materiaal – nooit eerder werkte hij met neonlicht – tekende hij de contouren van een bizar, vrouwelijk karakter gevangen in een ambigu, voyeuristisch spektaktel waarbij zes gelijke androgyne gezichten haar begluren. De silhouetten plukte hij uit zijn Liquid Archive, een digitale beeldbank van zelfgemaakte foto’s en gevonden beeldmateriaal die hij met zijn team creëerde. Amorales onderzoekt er het eigentijdse, culturele fenomeen memes, namelijk het verspreiden van afbeeldingen via internet die binnen de kortste keren van betekenis veranderen. Ze gaan een eigen leven leiden, waardoor een voor outsiders onbegrijpelijke taal ontstaat.

Het hoogtepunt van de uitwerking van dit verschijnsel is wellicht zijn voor het Stedelijk Museum gerealiseerde Orgy of Narcissus (2019). Op textiel zijn tientallen, kleurrijke klonen van eenzelfde, extravagante karakter in zijde geweven. Het personage lijkt in een of andere vreemdsoortige droom – of nachtmerrie? – verzeild. Het toont hoe sterk de kunstenaar is in het voeden van dubbelzinnige lezingen en hoezeer hij speelt met de reïncarnatie van werk in een nieuwe gedaante.

Chaos en anarchie

Neem nu de publiekslieveling Black Cloud (2007). Duizenden zwarte motten in papier overwoekeren de muren, het plafond en de ramen van vier ruimten. Geïnspireerd door een mentaal beeld ontstaan tijdens een slapeloze nacht en wellicht gevoed door zijn afscheid van zijn stervende grootmoeder, creëerde hij deze immersieve installatie die uiteenlopende reacties uitlokt. Van schoonheid en romantiek tot associaties met een plaag of een angstdroom. Het werk was al op diverse plaatsen te zien: van galeries en kunstbeurzen tot musea over heel de wereld. Neem zeker de tijd om ook Black Cloud Aftermath (2007-2016) te lezen. Uitgestald op langwerpige tafels en prachtig geïllustreerd – weliswaar door zijn assistenten – neemt Amorales je mee doorheen een hallucinant, ironisch verhaal waarbij onder andere de mode-industrie zich het motief van de donkere nachtvlinders toeëigent. De reis leidt ons van het behangpatroon van een Dio-boetiek in Parijs, jurken ontworpen door Diane von Fürstenberg en lingerie van Dolce & Gabbana naar tatoeages, streetwear, installaties van andere kunstenaars, DIY-huisdecoratie en schilderijen die in no-time waren uitverkocht. Of hoe een fantasie realiteit werd!

Carlos Amorales, Peep Show, 2019. Edition produced by Galería Albarrán Bourdais, courtesy of the artist. Photo: Peter Tijhuis

De verhalen die Carlos Amorales aanreikt zijn niet altijd even leesbaar, maar die raadselachtigheid maakt het net aantrekkelijk. Zoals de fotoroman La Lengua de los Muertos (2012) waar de kunstenaar gruwelijke tabloidfoto’s van slachtoffers van de drugsoorlog combineert met geheimzinnige tekstballonnen. Maar ook de film Amsterdam (2013) waarin twee acteurs op basis van een onconventioneel, onleesbaar scenario een zonderling liefdesverhaal improviseren. Of de grappig/serieuze video El no me mires (2015) die een mythe uit de Inuitcultuur navertelt, en doordrongen is van cryptische verwijzingen naar het onderbewustzijn, de scenografie van Kazimir Malevich en de theorieën van Joseph Beuys.
Tot slot viel ons de chaos aan geluiden op. De soundtrack van video’s vermengt zich met het geroffel van een reusachtige mobiel van bekkens We’ll See How All Reverberates (2012) dat bezoekers met drumstokken mogen bespelen. Combineer dit alles met de klanken van Psicofonias (2008), een installatie die beeld vertaalt naar een niet-harmonieuze compositie, en je krijgt, jawel, anarchie. En dat terwijl de kunstwerken en de presentatie visueel doorgaans net heel meticuleus en formeel zijn geregisseerd. Een heerlijke paradox die dit betekenisrijke, poëtische oeuvre zo typeert.