Alles over kunst

Essay | Kunst in Quarantaine

Wij zijn de kip

Koen  Vanmechelen

Praktische info

De coronacrisis roept ernstige vragen op omtrent de positie van de mens binnen het ruimere ecosysteem waar hij onlosmakelijk deel van uitmaakt. In zijn conceptuele kunstpraktijk verkent Belgisch kunstenaar Koen Vanmechelen (1965) al langer het belang van bioculturele diversiteit, van identiteit en gemeenschap. Hij schreef onderstaande tekst voor HART.

Het paradijs verdraagt geen kooi

Protected Paradise, Mixed media artwork (bronze, marble egg, fiberglass egg, glass, recycled glass, cage of recycled plastic), 12 x 11 x 6 m, La Biennale di Venezia (IT), Palazzo Cavalli-Franchetti, GLASSTRESS, 2017 © Koen Vanmechelen, photo Kris Vervaeke

Het was een grote installatie op de 57ste Biënnale van Venetië in 2017. In de tuinen van Palazzo Franchetti torende mijn werk Protected Paradise uit boven de Gran Canale. Centraal stond een gekooid ei dat het bedreigde heden symboliseerde. Meedogenloze pogingen van de mens om het te beschermen tegen de wisselvalligheden van het leven hadden het de zuurstof en vrijheid ontnomen die nodig zijn om te verjongen, te vervellen en te vernieuwen. Een gefossiliseerde klauw boven en een grote plas van gebroken glas rond de kooi waren emanaties van de gevaarlijke wereld waartegen wij dachten onszelf te moeten beschermen. De bronzen takken die het ei omarmden, waren exacte kopieën van elkaar. Deze klonen symboliseerden een doodlopende evolutionaire weg. Het totaal van deze scène toonde een verstrooide, gebroken wereld die snakte naar genezing, alvorens de crisis losbarstte en het misschien te laat was. Het paradijs verdraagt geen kooi.

Never Green – C.C.P., installation view, RURART, Poitou-Charentes (FR), 2014 © Koen Vanmechelen, photo Romain Darnaud

Over de millennia heeft de mens vele systemen ontwikkeld - politiek, religieus en economisch - om de chaos van het bestaan betekenis te geven en het risico van het onverwachte te verkleinen. In de illusie dat hij zijn eigen narratief kan schrijven, probeerde hij net als Sisyphus tevergeefs het complexe systeem van de natuur te kooien en vormde hij zijn identiteit uit pogingen om zijn wil op te leggen aan natuurlijke systemen. Ook mijn installatie Never Green in RURART in 2014 toonde de nobele futiliteit van deze betrachting. De queeste van het menselijke dier naar zingeving en identiteit wordt net gevoed door het vreemde, het andere, de chaos en het onverwachte. Die bouwblokken van evolutie en transformatie vinden we vooral terug buiten ons, in wat we de natuur noemen, de wildernis, de schijnbare leegte. De contraproductieve pogingen van de mens om hen te kooien, te reduceren en te domineren leiden tot het valse gevoel dat we speciaal zijn, het gemaakt hebben. Dat ook de toekomst maakbaar is.

Vele oude verhalen herinneren ons eraan dat de mensheid zal worden verslagen wanneer ze zich meet met de krachten van de natuur. Icarus' trots leidde tot een dodelijke crash op aarde. Zijn wassen vleugels werden vloeibaar, zijn ambitie had hem verblind. De trots van Narcissus veranderde hem in een bloem. De ijdelheid van de keizer van Andersen stelde hem bloot aan de wereld. Wu Gang’s poging een torenhoge olijfboom te vellen op de maan, bleef uitzichtloos doordat de boom zich na elke bijlslag regenereerde.

Crisis

It’s About Time, installation view, Serlachius Museum, Mänttä (FI), 2018 © Koen Vanmechelen, photo Kris Vervaeke

Mijn retrospectieve It’s About Time, die in 2018 in het Serlachius museum in Finland liep, ging over het feit dat evolutie meandert op de dunne grens tussen schepping en vernietiging. Cultuur en natuur combineren schoonheid en vernietiging om leven te creëren. Beide krachten liggen op de loer in alles wat leeft, en beide kunnen ons naar een evolutionaire doodlopende weg leiden. Ik toonde er mijn bezorgdheid over de toestand van de aarde en de toekomst van de mensheid. Een kring van pauwen vormden een groep wijzen die de toekomst van onze soort op een voor ons onbegrijpelijke manier bepaalden. Enkel de sjamaan die niet ver van de kring stond, slaagde er misschien in om ons te waarschuwen voor wat er in die kring van vervreemding beslist zal worden. It’s About Time, de titel, was zowel persoonlijk als algemeen. De tijd van stilte en contemplatie was voorbij, we moesten handelen. Dat vertelde de expositie. Er was geen in between meer. We moesten de kooi breken. Maar nu lijkt het te laat, de pauwen hebben beslist. De crisis is onder ons.

Helaas herinneren we ons tegenwoordig alleen nog maar de negatieve betekenissen van het oude Griekse woord 'crisis'. Het originele werkwoord krinomai, waarvan het woord is afgeleid, betekent zoveel meer dan wat wij onder een crisis verstaan. Voor de oude Grieken zou krinomai ook een kans kunnen zijn, een keerpunt ten goede. In elke crisis ligt het antwoord op die crisis.

Een noodtoestand is het hoogtepunt van een veel grotere crisis die tot ver in het verleden is begonnen. Het is een aardbeving die voorzichtig waarschuwt voor een enorme uitbarsting. Het is een langgerekte golf die een tsunami aankondigt. Het probleem is dat we de eerste aanwijzingen niet als een aanstaande 'crisis' ervaren. We blijven onbezonnen en brutaal surfen in de baai van stille stabiliteit. Juist daarom ontwikkelen en voeden we het probleem. We zijn blind en vol vertrouwen over de maakbare toekomst. De lucht is blauw, de zee zacht als een boezem en de wind troost. Niets anders doet ertoe. Enkel de uitbarsting dwingt ons te zoeken naar een nieuwe balans, vanuit de spanning tussen gevangen zijn en loslaten.

De huidige crisis dook al op in 2002. De SARS-uitbraak trof toen achtduizend mensen. Onze economische modellen lieten destijds niet toe dat wereldwijd actie werd ondernomen om een nieuw vaccin te ontwikkelen. Er werden toen echter miljarden euro's vrijgemaakt om ons te wapenen tegen elke mogelijke menselijke vijand. In onze ijver vergaten we de natuurwetten toen volledig. Net zoals Icarus, en de keizer, stonden we zo blind als Narcissus, en in de voetsporen van Wu Gang, te hakken aan de olijfboom op de maan.

De reden waarom we als samenleving de waardevolle geschiedenislessen vergeten die ons als kind door onze opvoeders, door schrijvers en kunstenaars worden geleerd, vereist analyse. Is dit onze last? Het lijkt mij essentieel dat we een nieuw platform creëren voor cultuur en wetenschap, een platform waarop hun fusie niet alleen gezien wordt als een extravagante vulling van musea en galerieruimten, maar eerder als een zinvolle symbiose voor het ontrafelen van de complexe problemen die ons in de toekomst kunnen helpen. Vrij lang voor de volgende aardbeving. Een echt instrument om de crisis in tijden van overvloed te kunnen meten, zodat het woord crisis zijn volledige betekenis terugkrijgt. Dan kunnen we proactief met problemen omgaan en tijdig ingrijpen om een catastrofe te voorkomen en de juiste beslissingen te nemen.

Modified spaces

Ik gebruik graag de meme van de kip. Een kip is slim; het verbrandt zijn vleugels niet zoals Icarus. Deze opmerkelijke, veelbetekenende soort vliegt maximaal vijftien meter hoog en honderd meter ver. Het waagt zich nooit te hoog of te ver. Het vangt de informatie op die is opgeslagen tussen hemel en aarde en keert ondubbelzinnig terug om ons te informeren over de cyclus van dag en nacht.

We moeten letten op de les van de kip. Ze presenteert zichzelf niet als het middelpunt van de natuur, maar als een onderdeel ervan. Mijn hele oeuvre, en zeker mijn Cosmopolitan Chicken Project, is een langgerekt artistiek onderzoek naar de zin van het leven, de rol van het menselijke dier in het Al en naar een toekomst die ons wegleidt uit de doodlopende steeg waarin we dreigen te belanden.

Modified Spaces, installation view, Meta-Question — Back to the Museum Per Se Inauguration Exhibition of the Fouth Guangzhou Triennial Guangdong Museum of Art, Guangzhou (CN), 2011 © Koen Vanmechelen, photo Stoffel Hias

Op de Guangzhou Triënnale in Guangdong Museum of Art in China construeerde ik in 2011 met Modified Spaces een transformerende trip naar de toekomst. In een enorme kooi met tropische planten belandde de bezoeker via de klapdeuren van de perceptie in de wereld van de red junglefowl, de oerkip. De bezoeker droeg beschermingskledij en een mondmasker, de condities vóór het menselijke virus de wereld van de natuur innam. Eenmaal uit de kooi stond hij voor de bioculturele tools die nodig zijn om de toekomst van het leven te garanderen. Een mix van genen en memen, van transformatie en verrijzenis.

Ook de mens is deel van de natuur en staat er niet boven. Zo uitzonderlijk zijn we niet. Nadat we de afgelopen jaren andere geïnfecteerde soorten moesten isoleren of ‘recupereren’, zetten wij nu onszelf als meest gedomesticeerde diersoort in quarantaine. Plots, op enkele weken tijd, zijn wij de kippen-met-ophokplicht geworden. Een verrassing kan dat niet zijn. Er passeerden de afgelopen decennia zovele kanaries-in-de-koolmijn. Zovele hoofdstukken in het boek van de bioculturele diversiteit die ons waarschuwden dat het zo niet meer verder kon. Zovele van mijn werken die tonen dat dit het is, dat wij hen zijn. Wij zijn de kip.