Alles over kunst

Artikel  HART Nr. 229

Vooraf

Kathleen  Weyts

Een aantal jaren geleden huisde in de ruimte waar onze redactie zich nu bevindt Objectif Exhibitions, in 1999 opgericht door Philippe Pirotte, Win Van den Abbeele en Patrick Van Rossem. De eerste twee volgden elkaar op als directeur, waarna respectievelijk Mai Abu ElDahab, Chris Fitzpatrick en Antony Hudek de fakkel overnamen. De organisatie was een kleine maar vaste waarde in het Antwerpse kunstenlandschap en wist zich doorheen de jaren niet alleen lokaal te verankeren, ze bouwde met haar vooruitstrevende tentoonstellingsprogramma ook internationaal een gewaardeerde reputatie op. Helaas overleefde de organisatie de structurele subsidieronde van 2016 niet, waardoor de oprichters zich genoodzaakt zagen om de handdoek in de ring te gooien.

Hetzelfde dreigt nu te gebeuren met Établissement d’en face. Opgericht in 1991 groeide deze kunstenaarsorganisatie in de context van de toen nog onderontwikkelde Brusselse hedendaagse kunstscene doorheen de jaren uit tot een oase in de woestijn. In de schoot van deze pionier werd destijds ook A Prior geboren, het enige monografische internationale kunsttijdschrift dat ooit verscheen in België. Daar waar heel wat kunstenaars een vaak problematische relatie onderhouden met de grotere kunstinstellingen en de kunstmarkt vinden ze juist binnen dit soort initiatieven de ruimte en het vertrouwen om hun werk te realiseren en te tonen. Het is hier dat ze vaak hun eerste stappen buiten het atelier zetten, een netwerk opbouwen, gelijkgestemden ontmoeten, projecten bedenken, erkenning krijgen.

Met de structurele subsidieronde in Vlaanderen dit jaar waren het juist deze kleine maar o zo broodnodige kunstplekken die in het kielzog van Établissement d’en face en Objectif Exhibitions in het stof beten. Het is iets wat we met lede ogen aanzien, maar dat we niet zomaar willen accepteren. Onder de rubriek Humus zullen we daarom regelmatig berichten over het wel en wee van onze artist-run en off-spaces. We willen hen niet alleen een hart onder de riem steken, maar ook het belang van deze onderlaag van artistieke initiatieven duiden. Nu ook de stad Antwerpen zonder overleg met de sector besliste om de projectsubsidies voor drie jaar te schrappen, en daarmee nog even dunnetjes overdeed waar Minister van Cultuur Jan Jambon zich aan het begin van zijn mandaat in verslikte, kunnen we niet genoeg het belang benadrukken van een goed ondersteunde onderbouw van het kunstenveld. De grote internationale artistieke uitstraling die Vlaanderen vandaag nog geniet zou anders wel eens heel snel kunnen aftakelen.

Verder wil ik u graag attent maken op het liefdevolle en ontroerende portret dat filmmaker Jess De Gruyter maakte over de Antwerpse performancekunstenaar Hugo Roelandt. Het was in de ruimte van Objectif Exhibitions dat ik voor het eerst in aanraking kwam met het werk van deze bijzondere figuur. Het verhaal van een groot kunstenaar die zich bewust buiten de kunstmarkt en de instituten plaatste, zich ten volle gaf in zijn lesopdracht aan de Academie en wiens werk te ongekend en te ondergewaardeerd is gebleven. Ten slotte is het met enige trots dat ik u kan aankondigen dat we de draad van onze kunstedities weer oppikken. De eerste in de reeks is Shirley Villavicencio Pizango. We koppelen onze edities graag aan kunstenaarsgesprekken en publicaties en hopen u op deze manier ook de kans te geven om op een democratische manier werk van bijzondere kunstenaars te verwerven en ons een financieel steuntje in de rug te geven, want ook wij doen wat we doen zonder overheidssteun.