Alles over kunst

Artikel

Hoe gaat het met artist-run spaces in Brussel?

UFO-bezoekersprogramma
Ezra  Babski

Kunstenaarsinitiatieven en -platforms in Brussel en Vlaanderen staan vandaag de dag voor heel wat grote uitdagingen. UFO, een samenwerkingsverband tussen zes atelierorganisaties in Vlaanderen en Brussel probeert hier verbetering in te brengen. De vraag is hoe. Ezra Babski trok naar Brussel tijdens het UFO-bezoekersprogramma, dat eind maart voor het eerst werd georganiseerd.

Ben de Raes’ Kunst = Solidair spandoek op het Actiris gebouw, voormalige locatie van Level Five, courtesy Level Five

De naschokken van de pandemie, dringende tekorten aan betaalbare atelier- en werkplaatsen, een conservatieve overheid gericht op traditie en een trickle-down cultuurbeleid – kunstenaars en culturele werkers die in de marge van de mainstream kunstensector opereren voelen zich in een hoek gedreven. Deze situatie heeft ervoor gezorgd dat bestaande tendensen binnen de professionele kunstwereld van het afgelopen decennium alleen maar zijn versterkt: cultuursubsidies worden steeds meer aan prestatiecriteria gebonden, terwijl binnen datzelfde subsidiesysteem een economie van schaarste wordt opgelegd. De huidige trend om maatschappelijk vastgoed op de markt te zetten, om zo snel geld op te doen voor de struikelende overheid, dreigt daarbovenop een essentiële infrastructuur voor minder bemiddelde kunstenaars te ontmantelen. Hierdoor vallen broodnodige broedplaatsen voor alternatieve kunstruimtes weg, die met steeds kortere leegstandperiodes te kampen hebben.

De kunstensector lijkt dus in een aanslepende crisis te zitten – of eerder een permanente crisis – want voor de betreffende organisaties die de brug vormen tussen de grote instellingen en kleinere doe-het-zelf initiatieven en off-spaces, is er nooit een vangnet geweest. Maar crisis kan ook als motor van vernieuwing werken. De laatste tijd is een aantal culturele spelers anders beginnen te denken over infrastructuur en duurzaamheid binnen de kunstensector.

Een mijlpaal was de oprichting van UFO, een collectief bestaande uit zes atelierorganisaties over heel Vlaanderen en Brussel: Cas-co (Leuven), Level Five (Brussel), De Tank (The Entrepot, Brugge), MORPHO (Antwerpen), NUCLEO (Gent) en Vonk (Hasselt-Genk). Door de handen in elkaar te slaan willen de deelnemende organisaties ‘het belang van investeren in betaalbare creatieruimte en de ontwikkeling van beginnende artistieke praktijken op de agenda plaatsen’ (UFO Manifest). Ze streven naar een nauwere samenwerking tussen overheidsinstanties, stedelijke beleidsmakers en atelierorganisaties om effectief een duurzame infrastructuur voor (nieuw)stedelijke kunstenaars te ontwikkelen.

Het was binnen het kader van de allereerste editie van het UFO-bezoekersprogramma dat ik op een zonnige vrijdagmiddag naar Brussel vertrok, om aan het Beursplein een groep internationale gastcuratoren – vergezeld door vertegenwoordigers van Level Five en Kunstenpunt – te ontmoeten. Op de agenda stond een fietstocht door de stad gepland om kennis te maken met de community van artist-run spaces in Brussel. De dag daarna zou er een publiek debat plaatsvinden rond het thema infrastructures of care and support.

nadine, 2022, courtesy Kunstenpunt, foto Anne van der Pot

nadine – Laboratorium voor transdisciplinaire kunsten

Onze eerste halte was nadine, in de aangename Rue de Pont Neuf. Nadine bestaat al sinds 2000 als een ‘laboratorium voor actuele transdisciplinaire kunsten’. Tegenwoordig wordt het initiatief bestuurd door een klein team bestaande uit Loes Jacobs, An Goovaerts en Phyllis Dierick. In de loop der jaren is nadine een belangrijke plek geworden voor ervarings- en performancegericht artistiek onderzoek, wat binnen het kader van het programma vaak ook met interventies in de openbare ruimte gepaard gaat. Hoewel residenties, workshops en onderzoeksprojecten nog steeds de hoeksteen van het platform vormen, heeft nadine de afgelopen zes jaar ook de Wandering Arts Biennial georganiseerd, een 'kritische biënnale' die zich de op nomadische kunstprojecten richt.

Tijdens ons bezoek werden er installaties voorbereid voor een aanstaande groepsshow in de exporuimte die zich achter de hoek bevindt (n0dine). De titel van de show luidt PRÉ-AVIS, een duidelijke verwijzing naar de zogenaamde ‘preadviezen’ van de beoordelingscommissie voor de werkingssubsidies in de Vlaamse cultuursector. Aan de deelnemende kunstenaars werd het subsidiesysteem van de Vlaamse overheid toegelicht, waarna ze uitgenodigd werden om werk te creëren dat over het ‘toekomstig structurele gesubsidieerde landschap in de Vlaamse kunstensector’ speculeert. De expo valt mooi samen met nadine’s kritisch-activistische houding tegenover de werkomstandigheden van kunstenaars in Brussel en Vlaanderen, en de bredere economische en politieke omstandigheden die ze bepalen. (Op 1 april werd het voorlopig advies van de Vlaamse regering voor de culturele sector bekend gemaakt. Uit de analyse van Overleg Kunstenorganisaties blijkt dat een op de vier bestaande kunstinstellingen zijn subsidies zou kunnen verliezen.)

rile*, 2022, courtesy Kunstenpunt, foto Anne van der Pot

rile* – Op het snijvlak van performance en publicatie

Rile*, in de Rue des Commerçants, deelt een gebouw met Argos, centrum voor audiovisuele kunst. Dankzij de steun van de laatstgenoemden kunnen ze de winkel en het platform runnen zonder enkel en alleen op subsidies te moeten rekenen, wat voor een zekere vrijheid in de programmatie zorgt.

Rile* is een bijzonder soort platform. Het is een onafhankelijke boekenwinkel, maar tegelijk ook een projectruimte en publicatielab, met een nauwe focus op het snijvlak van experimentele publicatie en performance. Hun selectie aan boeken is een van de interessantste in Brussel, gaande van zelf-gepubliceerde werken en kunstenaarsedities tot grensverleggende theorie en fictie, vaak met een accent op ondervertegenwoordigde stemmen. Andere projecten zijn dan weer online te vinden, zoals een podcast-reeks en de rile* reading room, een ‘online ruimte voor tekstueel gezelschap’ waar je pdf‘s kunt downloaden van diverse teksten over ‘het delen van verschillende stadia en vormen van schrijven’.

Rile* werd in het leven geroepen toen oprichters Sven Dehens en Chloe Chignell nog een atelier bij Level Five hadden. Toen de mogelijkheid zich voordeed om een grotere ruimte in het argosgebouw in te nemen, zijn ze verhuisd. De nieuwgewonnen speelruimte is fijn, maar het blijft een constante onderhandeling. In de woorden van Chloe en Sven: ‘Het is een moeilijke balans tussen het uitputten van de relaties waarvan we afhankelijk zijn, evenals van onszelf, en actief blijven. We willen kunstenaars en hun werk goede omstandigheden kunnen bieden en de mensen die betrokken zijn bij het uitvoeren van het project kunnen betalen’. En toch zijn de middelen, ‘niet alleen financieel, maar ook in termen van energie en emotionele uitgaven, niet oneindig. Er zijn zoveel verschillende factoren die precariteit veroorzaken’. Met andere woorden, die precariteit is zowel systematisch als een dagelijkse realiteit.

Komplot in Anderlecht, © Hugard & Vanoverschelde

Komplot – Nomadisch curatorieel collectief

In tegenstelling tot rile*, bestond onze voorlaatste bestemming uit een ‘nomadisch curatorieel collectief’. Sinds de verhuizing naar een buitenwijk van Anderlecht in 2018, heeft Komplot de sociale betrokkenheid in de omliggende wijk vergroot (de huidige locatie is een voormalig kapsalon op het Albertplein). Het platform werd in 2002 door Sonia Dermience opgericht, met als doel opkomende kunstenaars, curatoren en collectieven te ondersteunen. Sinds kort ligt het in handen van een dynamisch trio, bestaande uit Michèle Rossignol, Natalia Barczynska en Koi Persyn. Op hun kantoor hebben ze een soort opendeurbeleid: mensen uit de buurt worden uitgenodigd om langs te komen, rond te kijken, een gesprek aan te gaan of gewoon uit te rusten.

Helpt het om een nomadische werking te hebben? Alhoewel dit voor Komplot niet louter een strategische keuze is, maar een essentiële deel van hun missie lijkt te zijn, was er ook sprake om juist nu lokale tot ‘nationale en internationale allianties’ te bouwen. Toen ik in gesprek ging met Persyn, benadrukte hij net de strategische waarde van een ‘overkoepelend orgaan’, zoals UFO, ‘dat representatie geeft aan de scene en de organisaties bundelt’. ‘We moeten meer luisteren, meer met elkaar praten’. Komplot’s plan om in de toekomst een overbruggende rol te spelen tussen de Franstalige en Nederlandstalige gemeenschappen valt ook binnen deze visie. Voor Persyn gaat het om ‘een nederige poging om van Komplot een echt complot te maken’ tussen de twee scenes, die ‘op een vreemde manier toch afgescheiden zijn van elkaar’.

Globe Aroma – Kunst is voor iedereen

Misschien is overbrugging dan ook een passend kader om de activiteit van Globe Aroma – onze eindbestemming – te verankeren. De organisatie werd opgericht in 2002 om tegemoet te komen op het gebrek aan studio's en tentoonstellingsruimtes voor kunstenaars die asiel zoeken of een achtergrond als nieuwkomer hebben. Door mensen te ondersteunen die ‘door de status van hun precair burgerschap vaak specifieke uitdagingen ervaren bij de toegang tot de kunstensector en de ontwikkeling van artistieke praktijken’, fungeert Globe Aroma als ‘middelaar’ tussen de apparaten, discoursen en resources van de kunstwereld en groepen die zich van de sector uitgesloten voelen. De kern van hun missie is een driedelig programma, bestaande uit kunstenaarsresidenties, co-creatieprojecten en culturele uitstappen (Art for All).

Globe Aroma, 2022, courtesy Kunstenpunt, foto Anne van der Pot
Globe Aroma, 2022, courtesy Kunstenpunt, foto Anne van der Pot

Wat Globe Aroma van andere gelijksoortige initiatieven onderscheidt is de duidelijke focus op het bouwen van een ‘affectieve aankomstinfrastructuur’ voor zijn bezoekers. Hiermee verschuift het accent naar mentale, emotionele en creatieve ondersteuning, zonder dat mensen zich moeten verantwoorden over hun persoonlijke geschiedenis, motivatie enz.

Solidariteit

Elk van deze artist-run spaces is het waard om voor te vechten. Ze vervullen een rol die noch grotere culturele instellingen, noch kleiner, autonome ‘off-spaces’ kunnen vervullen, ‘als katalysatoren voor culturele diversiteit en heterogeniteit’ binnen het culturele ecosysteem (Pieter Vermeulen, Kunstenpunt). Daarbovenop fungeren ze als de cruciale ‘missing link’ tussen kunstenaars en de grotere presentatie- en museale instellingen van de stad. Als deze plekken wegvallen, valt het hele ecosysteem weg dat tout court de voedingsbodem van onze culturele sector vormt.

Om dat te vermijden, moet onze manier van denken over artist-run spaces veranderen. Chloe Chignell en Sven Dehens willen het wijdverbreid beeld van artist-run spaces als ‘onafhankelijke eilanden’ in vraag stellen. ‘Misschien is het nuttig om artist-run spaces te zien als onderling afhankelijk in plaats van onafhankelijk – dat wil zeggen dat we deel uitmaken van een systeem van relaties, projecten, mensen, en dat wat we doen niet op dezelfde manier mogelijk zou zijn zonder de context waarin het plaatsvindt’.

Voor de meeste plekken die ik heb bezocht blijft de grootste uitdaging het ongunstige politieke klimaat. Vermeulen vat de situatie zo samen: ‘De duurzame ontwikkeling van off-spaces is moeilijk los te koppelen van andere hete hangijzers gaande van de eerlijke verloning van kunstenaars en arbeidsvoorwaarden tot overheidssubsidies en vastgoedbeleid’. Volgens hem is het ‘aan de politiek om een sociaal-economisch en financieel kader te scheppen waarbinnen kunstenaarsinitiatieven zich op een duurzame manier kunnen blijven ontwikkelen’.

Alleen stelt zich de vraag: hoe kunnen we deze gewenste verandering in de politiek bewerkstelligen? Dat er organisaties zoals UFO ontstaan is al een stap vooruit – en zoals het team van nadine herhaalt: ‘the future is collective’. Misschien moeten wij voorbeelden uit andere sectoren toepassen, manieren vinden om – vakbondsgewijs – onze collectieve stem te verheffen en de kaarten op tafel leggen. Voorlopig blijft de situatie spannend. Zoals bij velen viel te horen: ‘We houden ons hart vast voor de komende ronde.’


Praktische info:

Groepsexpo, PRE-AVIS, liep van 7 april tot 10 april, n0dine, Brussel, www.nadine.be



Geciteerde werken:

Thomas Peeters, ‘Een op de vier cultuurhuizen kan subsidies verliezen’, De Tijd, 6 april 2022

Pieter Vermeulen, ‘Vrijbuiters, lappendekens en paddestoelen’, Kunstenpunt, 22 juni 2020



Plekken:

nadine, Brussel
www.nadine.be

rile*, Brussel
www.rile.space

Komplot, Brussel
www.kmplt.org

Globe Aroma, Brussel
www.globearoma.be

Level Five, Brussel
www.levelfive.brussels

UFO
www.platform-ufo.be


Click here for the English version of this article.