Alles over kunst

Kunst in Quarantaine | Essay

Art is Slow Attention

Stephen Wilks looking for the right location to place his work, Green Easter, Museum Dhondt-Dhaenens, Deurle (1997) Alle rechten voorbehouden

In deze dagen van opgelegde afzondering verdrijven we de verveling door in onze goedgevulde boekenkast te duiken. Het levert bij wijlen fijne herontdekkingen op. Zoals de tekst die Bart Cassiman in 1997 schreef naar aanleiding van zijn tentoonstelling Groene Pasen in Museum Dhondt-Dhaenens. ‘Elk kunstwerk vraagt tijd’ zo stelt hij, en ook: ‘Onze manier van leven bevordert haast. En haast is de vijand van kunst.’ Nu het haastige leven voor de meesten onder ons even stilgelegd wordt, is tijd nemen voor kunst iets om te leren herwaarderen. Wij wensen het u alvast toe op deze Groene Paasdagen.

Art is Slow Attention

I. Langzaam in het verschijnen

Het hoeft geen betoog dat ons kijkgedrag door de mediatisering van het beeld serieuze veranderingen heeft ondergaan. De nieuwe media en technologieën zoals video, (satelliet)televisie, cd-rom en internet hebben onze kijkgewoonten drastisch gewijzigd en aangetast. De snelheid van deze media is in staat om de kijker te herleiden tot een passief lijdend voorwerp. Het gewilde kijken en de daarmee onlosmakelijk verbonden en noodzakelijke concentratie, reflexiviteit, geduld en traagheid, bevinden zich vaak lijnrecht tegenover de tijdsbeleving eigen aan de nieuwe media.

Alle rechten voorbehouden
Elk kunstwerk vraagt tijd. Pas als men bereid is die tijd op te brengen, kan er iets ontstaan dat de visuele prikkels overstijgt. Net zoals een roman en een gedicht door hun specifieke geaardheid of karakteristieken het leestempo determineren, moet ook de beschouwer van een kunstwerk beseffen dat een kunstwerk de kijk- en denktijd bepaalt. De opvatting die altijd bestaan heeft, dat men via een al dan niet gehele identificatie het kunstwerk kan vatten en begrijpen, wint in onze direct op consumptie gerichte, laat twintigste-eeuwse maatschappij, steeds meer veld. Dit ‘zien is gelijk aan begrijpen’ heeft van het kleine zaptoestel een goddelijk instrument gemaakt, waardoor we de tijdsbeleving naar hartenlust kunnen manipuleren en versnellen. Het simultane kijken naar een sportwedstrijd, een quiz, een documentaire of een soap heeft voor onze omgang met de tijd grote gevolgen. Niet het minst in die domeinen waar de logica van de multiple choice en het vrijheidsgevoel van het zapinstrument niet meer of minder een fetisj blijken te zijn. Onze manier van leven bevordert haast. En haast is de vijand van kunst. De waarheid van een kunstwerk is immers fundamenteel verschillend van de waarheid van het spoorboekje. Elk kunstwerk van enig belang of niveau is niet direct toegankelijk (wat niet uitsluit dat sommige kunstwerken in een flits betekenis kunnen genereren). Net als de kunstenaar moet de kijker werken. En werken vergt tijd. En werken in de vrije tijd, het moment par excellence waarop men naar kunst kijkt, zal voor een meerderheid van de zogenaamde geïnteresseerden steeds als een onaanvaardbare contradictie beschouwd worden. M.a.w. de maatschappelijke noties van tijd, die gedetermineerd worden door het mercantiele en de consumptie, staan haaks op de tijd die in de kunst geldt. Een tentoonstelling is geen tv-programma. Het heeft er trouwens alle schijn van dat de kloof steeds groter wordt. Bekijken we de evolutie van het onderwijs. Opvallend is het steeds compacter en korter maken van de studies. Die tendens speelt een belangrijke rol in de conflictueuze relatie tussen de maatschappelijke tijd, waarin alles een direct middel tot een direct doel is, en de tijd waarin kunst zich ophoudt, waar traagheid noodzakelijk is om een observatie in een ervaring te laten overgaan.

Het voorgaande is geen nostalgisch terugverlangen naar een oude tijdsbeleving. Het spreekt voor zich dat de tijdservaring in de pre-industriële periode of het begin van de twintigste eeuw fundamenteel afwijkt van ons tijdsbesef. Maar deze wijziging in de ervaring van tijd kan of zal de kloof tussen een bepaald maatschappelijk tijdsgevoel en de kunst uit diezelfde periode niet dichten. Kunst heeft altijd, hoe kort ook, een verloop nodig ten opzichte van de maatschappij en de tijd waarin ze opduikt. Tijd (voor reflectie), geduld, concentratie en respect zijn immers de voorwaarden om nieuwe kunst een kans te geven, om recht te doen aan een besef van een allesomvattende ervaring. Een gegeven waarmee elkeen die echt met kunst bezig is meer dan eens geconfronteerd wordt. Een voorbeeld uit de eigen ervaring: de eerste kennismaking met het werk van Stephen Wilks en Dianne Hagen, nu meer dan twee jaar geleden. Tijdens een atelierbezoek aan de eerste viel mijn oog op een aantal goedkope synthetische boodschappentassen, waarin de kunstenaar zeer vreemde, met een gekleurde stof overtrokken wigvormige objecten bewaarde. ‘Wat heeft dit te betekenen?’, dacht ik. Het beeld en de daaraan gekoppelde betekenisvragen bleven in de geest aanwezig, lieten mij niet meer los. En dan de vreemde dingen van Dianne Hagen: een overrompelende en mysterieuze ervaring. Alleen al een omschrijving of benoeming — objecten? sculpturen? constructies? — plaatsen de geest voor een obstakel.
Reageren op kunst betekent zichzelf eerst loslaten om daarna toegang te zoeken tot het domein waar nieuwe dingen zich aftekenen. Deze noodzakelijke ingesteldheid heeft consequenties, want vraagt een bepaalde houding, een open geest en vooral veel tijd. Pas dan kan de kunst onze kijk op de realiteit, de dingen en de wereld veranderen. Pas dan opent kunst de deuren die toegang verschaffen tot dimensies van onszelf die zich onder het stof en de last van ons dagelijks leven bevinden. Pas dan wordt het duidelijk: art is slow attention.

BART CASSIMAN

deel I uit Art is Slow Attention, Bart Cassiman, Groene Pasen, Museum Dhondt-Dhaenens, 1997